rechtbank Maastricht (sector kanton) 12 januari 2011, LJN: BP2143
Als gevolg van arbeidsongeval in 1998 is verzoeker volledig afgekeurd. De werkgever is verweerster in deze deelgeschilprocedure. Haar verzekeraar heeft de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. De verzekeraar is zonder nader medisch onderzoek niet bereid tot verdere betaling. Verzoeker weigert hieraan mee te werken.
Verzoeker verzoekt om verweerster wegens verlies arbeidsvermogen tot pensionering te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 287.350,-. Verweerster slelt onder andere dat het geen deelgeschil betreft.
De rechter stelt vast dat het verzoek zich niet beperkt tot beslissing van een deelvraag maar geformuleerd is als het petitum in een bodemprocedure. Dat de buitengerechtelijke kosten niet in het verzoek zijn opgenomen maakt dit niet anders. Er is dus geen sprake van een deelgeschil. Daarbij komt dat eventuele inhoudelijke behandeling van het geschil het karakter van een bodemprocedure zou krijgen en dat in beginsel geen hoger beroep openstaat tegen de beslissing in een deelgeschil. Verder is van belang dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de beslissing op het verzoek uiteindelijk zal leiden tot een succesvolle totstandkoming van een buitengerechtelijke regeling. De kosten en tijdsduur van de deelgeschilprocedure wegen niet op tegen het belang.
Omdat in plaats van een deelgeschilprocedure een bodemprocedure voor de hand had gelegen, heeft verzoeker de procedurekosten niet in redelijkheid gemaakt. De kosten blijven volledig voor zijn rekening.
Dat een deelgeschilprocedure geen bodemprocedure kan zijn blijkt uit deze uitspraak. Doordat de verkeerde procedure is gekozen moeten de procedurekosten voor rekening van verzoeker blijven.