Geen eigen schuld voorrangsplichtige scooter t.o.v. Te snel rijdende motor

Rechtbank Gelderland
Door meerdere ernstige verkeersfouten van motorrijder is er geen sprake van eigen schuld van verzoeker.
Verzoek Rechtbank
Verzoeker heeft verzocht dat de rechtbank bij beschikking:

(1) voor recht zal verklaren dat Univé gehouden is 100% van de door verzoeker als gevolg van het ongeval geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade aan hem te vergoeden;

(1) De beoordeling van eigen schuld – Univé stelt dat zij niet gehouden is om meer dan 75% van de schade te vergoeden – leent zich voor behandeling in een deelgeschilprocedure aangezien het bij kan dragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

De rechtbank oordeelt dat in deze kwestie geen sprake is van eigen schuld. De aanrijding is het gevolg van meerdere ernstige verkeersfouten van verzekerde, die een uitzonderlijk gevaarlijke verkeerssituatie in het leven hebben geroepen. Zo reed betrokkene te hard, haalde hij een via de linker kant van een vluchtheuvel een andere auto in, waarna hij een Mini inhaalde.  In geval dat verzoeker op deze ernstige verkeersfouten al bedacht had moeten zijn, dan brengt de ernst van de gemaakte fouten van verzekerde met zich mee dat geen sprake is van eigen schuld van verzoeker in de zin van 6:101 BW. Het verzoek wordt toegewezen.

(2) de kosten begroot op een bedrag van € 4.065,60, althans een in goede justitie te bepalen bedrag en Univé zal veroordelen – uitvoerbaar bij voorraad – de kosten van deze deelgeschillenprocedure binnen 14 dagen na dagtekening van de beschikking te voldoen op de bankrekening met het nummer NL61RABO0187482691 ten name van Du Plessis Letselschade Advocatuur en te verklaren voor recht dat de wettelijke rente zonder aanzegging verschuldigd zal zijn als niet binnen deze termijn is voldaan. (2) Univé heeft geen verweer gevoerd tegen de opgevoerde uren en het gehanteerde uurtarief. De kosten van het deelgeschil worden derhalve in totaal  begroot op € 4.362,60 (inclusief 21% btw en griffierecht van € 297,00). Univé wordt veroordeeld in de betaling van deze kosten.

De proceskostenveroordeling wordt niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard aangezien overeenkomstig artikel 1019bb Rv tegen de beschikking op het verzoek geen voorziening openstaat.