Gestelde (maar niet onderbouwde) verslechtering van de gezondheid geen reden om niet meer gehouden te zijn aan eerder deskundigenrapport.

Rechtbank Den Haag, 18 december 2020
Verweerder (afkomstig uit Australië, korte tijd na het voorval ook weer woonachtig in Australië) is tijdens werk in Den Haag betrokken geraakt bij een ongeval waarvoor NN aansprakelijkheid heeft erkend. Na een gecombineerde orthopedische/neurologische expertise stelt verweerder dat de klachten/beperkingen zijn verergerd en wenst (via een verzoekschrift deskundigenbericht) een nieuwe expertise. NN vordert dat verweerder gebonden is aan de rapportages van de orthopedische/neurologische expertise en het verzekeringsgeneeskundig onderzoek. Ook vordert zij medewerking bij een arbeidsdeskundig onderzoek. Beide verzoeken worden toegewezen met dien verstande dat de resultaten van een nog uit te voeren psychiatrisch onderzoek (toegewezen in een afzonderlijk voorlopig deskundigenbericht dat gelijktijdig werd behandeld) wordt meegenomen in het verzekeringsgeneeskundig rapport en arbeidsdeskundig onderzoek.
Verzoek Rechtbank
Het verzoek op grond van artikel 1019w Rv strekt ertoe:

(1) voor recht te verklaren dat verweerder gebonden is aan het rapport van het NOC van 29 maart 2012 alsmede de door dr. [verzekeringsgeneeskundige 2] opgestelde verzekeringsgeneeskundige rapportage van 26 april 2018 en de daarbij behorende FML en;

(1) Geen grond om aan de conclusies van de rapporten van gezamenlijk overeengekomen expertises voorbij te gaan. Geen sprake van zwaarwegende of steekhoudende bezwaren. Voor het standpunt van de verslechtering van de gezondheidssituatie heeft verweerder geen steekhoudende medische onderbouwing naar voren gebracht die gerechtvaardigd tot de conclusie kan leiden dat aan het neurologisch/orthopedisch rapport geen betekenis meer toekomt. Verzekeringsgeneeskundige die na de gestelde verslechtering van gezondheidssituatie is ingeschakeld acht geen grote verschillen aan de orde.
(2) verweerder te gelasten mee te werken aan een (gezamenlijk) arbeidsdeskundig onderzoek, op afstand, door de heer [arbeidsdeskundige] van Radar, op basis van voornoemde rapporten en de vraagstelling zoals opgenomen in productie 14 bij het verzoekschrift. (2) In tegelijkertijd aanhangig voorlopig deskundigenbericht is besloten dat er geen herexpertise op orthopedisch gebied zal plaats vinden, maar wel een psychiatrisch onderzoek. Verzekeringsgeneeskundige kan zo nodig de rapportage aanvullende met de bevindingen van de deskundige, waarna een arbeidsdeskundig onderzoek (behoefte aan huishoudelijke hulp en verzorging en omvang van het verlies van zelfwerkzaamheid) zal plaats vinden.
Tegenverzoek

Verweerder heeft een zelfstandig tegenverzoek ingediend, dat ertoe strekt:

(3) te bepalen dat NN aan verweerder een aanvullend voorschot betaalt van € 1.500 in verband met de door hem als gevolg van het ongeval gemaakte en nog te maken medische kosten die niet door de eigen zorgverzekeraar worden betaald;

(3) Op € 571,50 na is er geen concrete onderbouwing in de stukken aanwezig waaruit blijkt dat er een hoger bedrag aan zorgkosten niet is vergoed. Toewijzing van € 571,50.
(4) de kosten van zijn advocaat te begroten op 16,5 uur tegen een uurtarief van € 260 vermeerderd met 5% kantoorkosten en 21% BTW, derhalve in totaal een bedrag van € 5.450,45. (4) Het zelfstandig tegenverzoek zodanig verbonden met het verweer tegen het verzoekschrift dat daaraan in redelijkheid niet afzonderlijk een tijdsbesteding aan gekoppeld kan worden. Uren gemaximeerd tot 12. Kantoorkosten (5%) afgewezen bij gebreke aan een concrete toelichting. Uurtarief € 260,00 ex btw. 12 uur x € 260 exclusief btw = € 3.120, derhalve in totaal € 3.775,20 inclusief 21% btw

Het grootste deel van de deelgeschillen worden door een betrokkene opgestart. In deze zaak heeft de verzekeraar ook de noodzaak gevoeld om uit een impasse te komen. De rechter heeft in deze zaak (en die van het voorlopig deskundigenbericht) voldoende uitgangspunten gegeven om naar een vaststellingsovereenkomst toe te werken.