Rechtbank Gelderland, 20 juli 2022 | |
Tijdens een festival tilt (verweerder 1) (verzoekster) – bekenden van elkaar – onverwachts op tot een hoogte van ongeveer 30cm. Toen (verzoekster) weer neerkwam, is zij gevallen met voetletsel als gevolg. De rechtbank oordeelt dat (verweerder 1) aansprakelijk is en dat (verweerders c.s.) gehouden zijn de schade van (verzoekster) te betalen. | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoekster) verzoekt de rechtbank te bepalen dat:
(1) (Verweerder 1) aansprakelijk is voor de door (verzoekster) geleden schade en dat (verweerder 1) en BoveMij de schade van (verzoekster) moeten vergoeden. |
Toewijzing verzoek. Het in ‘aangeschoten’ (8-10 consumpties) toestand, in een impuls en onverwacht (van voren dan wel meer van achter) tot een hoogte van 30 cm optillen van een ander die ook ‘aangeschoten’ is, levert een dusdanig groot risico op een van beiden tijdens het optillen of neerkomen ongelukkig ten val komt en letsel oploopt. (Verweerder 1) had zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag moeten onthouden.
De omstandigheid dat beiden op een evenement, bij een muziekpodium aan het dansen waren, brengt niet met zich mee dat (verzoekster) er rekening mee had moeten houden dat zij zonder aankondiging zou worden opgetild. Een hoogte van 30 cm is dusdanig hoog dat het toch wel een feit van algemene bekendheid is dat het tot die hoogte optillen van een volwassene (zeker wanneer dat onverwacht gebeurt) een aanmerkelijk risico met zich meebrengt op een valpartij of een ongelukkige landing. |
(2) de kosten van deelgeschil te begroten en (verweerders) in de kosten te veroordelen. | Verzoek = € 8.538,81 (26,16 uur x € 260,- x 21% BTW + Griffierecht). Uurtarief is voor een gespecialiseerde advocaat niet ongebruikelijk, het aantal uur is gelet op de omvang en inhoud van de kwestie wel bovenmatig.
Begroting = € 6.915,60 (21 x € 260,- x 21% BTW + griffierecht). Aansprakelijkheid is gegeven en dus volgt ook een veroordeling. |
Mooie uitspraak waarbij de rechtbank de (niet altijd even duidelijke) feiten en omstandigheden weegt, om een antwoord te geven op de vraag of er gehandeld is in strijd met wat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is.