Inconsistenties en onduidelijkheden maken deze kwestie niet geschikt voor beoordeling in een deelgeschil

Rechtbank Rotterdam 29 mei 2019
Verzoekster was leerling verpleegster waarbij tijdens haar opleiding haar arm uit de kom raakt, waardoor zij – na nog een incident – deze beroepsopleiding moet staken. Het gebeuren, de datum van het gebeuren en bij welke zorgvrager het incident heeft plaatsgevonden zijn onduidelijk. De verzekeraar heeft een toedrachtsonderzoek gestart en nog voor de uitkomst daarvan is de deelgeschilprocedure begonnen.
Verzoek Rechtbank
I voor recht te verklaren dat de werkgever aansprakelijk is en gehouden is de schade te vergoeden Gezien feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat nader getuigenbewijs en (medisch) deskundigenonderzoek nodig is. Een beslissing door de rechter draagt tegen deze achtergrond niet bij aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Een deelgeschilprocedure beoogt de buitengerechtelijke afhandeling van letsel- en overlijdensschade te vereenvoudigen en te versnellen, door een in de buitengerechtelijke fase ontstane impasse te doorbreken, maar dat veronderstelt wel dat er een begin van onderhandelingen is althans door de aansprakelijk gestelde partij een (afwijzend) inhoudelijk standpunt is ingenomen maar dat alles is hier niet aan de orde. Het entameren van een deelgeschilprocedure komt de kantonrechter overigens ook niet voor als de aangewezen weg om een inhoudelijk standpunt ten aanzien van de aansprakelijkheidsvraag af te dwingen.
II de werkgever te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure a €5425 De deelgeschilprocedure is te prematuur ingezet en er bestaat dus geen aanleiding de kosten te begroten.

‘het handelen in strijd met de gedragscode GBL ten aanzien van het niet binnen drie maanden innemen van een definitief standpunt over de aansprakelijkheid, is nu niet het beste argument om in te brengen in een deelgeschilprocedure om daarmee aan te geven dat de verzekeraar zijn rechten om aansprakelijkheid alsnog af te wijzen zou hebben verspeeld…’

‘de stelling van verzoekster dat verweerder op formele gronden verweer voeren ontzegd moet worden ten aanzien van het plaatsvinden van het ongeval en het causaal verband tussen dat ongeval en haar letsel, draagt niet bij aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst, terwijl dit toch, zo blijkt uit het verzoek, de insteek van verzoekster bij het kiezen voor (juist) deze (deelgeschil) procedure is geweest….Zo’n pleidooi vormt dan ook veel eerder een contra-indicatie voor het beslechten van deze kwestie als deelgeschil’