Is de gemeente aansprakelijk voor de val van verzoeker (ambtenaar)? Civiele rechter is niet bevoegd.

Rechtbank Midden-Nederland 27 juli 2016

Deelgeschil. Ambtenaar, wet nadeelscompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten, bevoegdheid civiele rechter/bestuursrechter.

Verzoek Rechtbank

[verzoeker] verzoekt bij wijze van deelgeschil een verklaring voor recht, inhoudend dat de gemeente aansprakelijk is voor zijn schade ten gevolge van het ongeval dat hem is overkomen tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden op 22 december 2014, met veroordeling van de gemeente in de proceskosten.

[verzoeker] heeft zijn verzoek aanvankelijk gebaseerd op artikel 7:658 BW en aanhangig gemaakt bij de kantonrechter. Nadien is hem echter gebleken dat hij niet op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is, maar op grond van een ambtelijke aanstelling. Omdat hem nu ingevolge artikel 7:615 BW geen beroep toekomt op artikel 7:658 BW, heeft [verzoeker] zijn verzoek vervolgens gewijzigd in die zin, dat hij zijn verzoek thans baseert op artikel 6:162 BW. Hoewel dit artikel dus niet rechtstreeks van toepassing is in de ambtenaarrechtelijke verhouding, kleurt de daarin neergelegde norm wel de norm van artikel 6:162 BW, aldus [verzoeker] .

De rechtbank overweegt dat op 1 juli 2013 de Wet nadeelscompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten in werking is getreden. Daarbij is in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) titel 8.4 opgenomen (artikel 8:88 en verder Awb). Ingevolge artikel 8:88 aanhef en onder d Awb in samenhang met artikel 8:2 lid 1 onder a ten eerste Awb en artikel 8:89 lid 1 Awb is sindsdien de bestuursrechter bij uitsluiting bevoegd om te oordelen over de vergoeding van schade aan een ambtenaar in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet, als die schade is ontstaan in de relatie tussen de ambtenaar en het overheidslichaam. Een keuzemogelijkheid tussen de civiele rechter en de bestuursrechter, zoals die voorheen in sommige gevallen bestond, is hiermee in dit soort zaken komen te vervallen. Voor de civiele rechter is in deze zaken nu geen taak meer weggelegd, ook niet als restrechter.

Tussen partijen is niet in geschil dat [verzoeker] ambtenaar is in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet. Daarom is de civiele rechter niet bevoegd om over dit geschil te oordelen. Het verzoek aan deze rechtbank strandt dan ook op formele gronden en [verzoeker] zal zich tot de bestuursrechter dienen te wenden, om een oordeel te verkrijgen over de vraag of de gemeente aansprakelijk is jegens hem en gehouden is om zijn schade te vergoeden. De omstandigheid dat [verzoeker] thans geen schadevergoeding vordert, maar slechts bij wege van een deelgeschil verzoekt om een verklaring voor recht inzake de aansprakelijkheid, maakt dit niet anders.

[verzoeker] verzoekt om begroting van de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv. Nu de civiele rechter niet bevoegd is, en de deelgeschilregeling dus niet van toepassing is, kan de rechtbank daar echter niet toe overgaan. Aangezien [verzoeker] voor de verkeerde rechtsingang heeft gekozen, zal hij in de proceskosten worden veroordeeld.

Verzoek van verzoeker strand hier -logischerwijs- op formele gronden.