[contact-form][contact-field label=”Naam” type=”name” required=”true” /][contact-field label=”E-mailadres” type=”email” required=”true” /][contact-field label=”Website” type=”url” /][contact-field label=”Bericht” type=”textarea” /][/contact-form]
Rechtbank Amsterdam | |
Na constatering van pre-existente afwijkingen wordt juridische causaliteit tussen ongeval en klachten aangenomen. De beperkingen van verzoeker en de looptijd van de eventuele schadevergoeding nog onduidelijk. Berekening van verlies aan arbeidsvermogen en nadere bevoorschotting nu niet aan de orde. | |
Verzoek | Rechtbank |
Verzoeker verzoekt de rechtbank:
(1) voor recht te verklaren dat de rugklachten van verzoeker door het verkeersongeval van 2 juli 2015 zijn geluxeerd; (2) voor recht te verklaren dat causaal verband aanwezig is tussen de been- en rugklachten van verzoeker en het ongeval; (3) Delta Lloyd te veroordelen tot vergoeding van de uit de been- en rugklachten van verzoeker voortvloeiende schade; (4) voor recht te verklaren dat verzoeker heeft bewezen dat hij in het jaar voor het ongeval (2014) een winst uit onderneming genoot van € 72.640,00 en een netto inkomen van € 49.954,00, althans dat de rechtbank de door verzoeker minimaal aangetoonde bedragen bepaalt; (5) Delta Lloyd te veroordelen tot betaling van € 50.000,00 als (nader) voorschot op hetgeen Delta Lloyd aan verzoeker is verschuldigd aan schadevergoeding; |
(1)(2) De rechtbank neemt op basis van het rapport van de orthopedisch chirurg aan dat de pre-existente afwijkingen in de onderrug door het ongeval symptomatisch is geworden, dat het ongeval een provocerend effect heeft gehad en dat de klachten door het ongeval zijn geluxeerd. Het ongeval heeft de klachten in het leven geroepen. Er is sprake van juridische causaliteit.
(3) Vast staat niet in hoeverre de gestelde klachten leiden tot beperkingen en vervolgens in hoeverre die beperkingen leiden tot materiële schade. Op basis van de stukken zal rekening moeten worden gehouden met de mogelijkheid dat verzoeker zonder het ongeval ook dezelfde klachten aan zijn rug zou hebben gekregen. Onduidelijk is wanneer deze klachten zich zonder ongeval zouden hebben geopenbaard. Om hierin uitsluitsel te kunnen krijgen had de orthopedisch chirurg geraadpleegd moeten worden, wat niet gebeurd is. Daarmee staat de looptijd van de (eventueel) uit te keren schadevergoeding nog niet vast. Het verzoek wordt afgewezen. (4) Aangezien de ongevalsgerelateerde beperkingen en de looptijd van een (eventueel) uit te keren schadevergoeding nog niet vaststaan, is er geen aanleiding om het inkomen dat voor het ongeval verdiend zou zijn vast te stellen. Daarnaast heeft Delta Lloyd een door verzoeker in het geding gebrachte brief van een econoom en jurist – met daarin een berekening van het verlies aan arbeidsvermogen – gemotiveerd betwist. Voor nadere bewijslevering is in het deelgeschil geen ruimte. Het verzoek wordt afgewezen. (5) Het dossier bevat onvoldoende basis om een nader voorschot (bovenop het reeds bevoorschotte bedrag van € 40.500,-) te kunnen rechtvaardigen. Het verzoek wordt afgewezen. |
(6) Delta Lloyd te veroordelen tot betaling van € 7.022,96 als (nader) voorschot op de buitengerechtelijke kosten van verzoeker en
(7) de kosten van het deelgeschil te begroten op € 8.003,42, te vermeerderen met € 291,00 aan griffierecht en Delta Lloyd te veroordelen tot betaling van die bedragen. |
(6) Op basis van de overgelegde polisvoorwaarden en toelichting met betrekking tot de rechtsbijstandsverzekering van verzoeker wordt door de rechtbank vastgesteld dat de kosten niet worden vergoed door de verzekeraar. Het verzoek wordt toegewezen.
(7) De rechtbank acht de 26 bestede uren en het uurtarief à € 240,- redelijk. De rechtbank gaat er vanuit dat de kantoorkosten zijn inbegrepen in het uurtarief van de advocaat en worden derhalve afgewezen. De rechtbank komt tot een totaalbedrag – inclusief griffierecht van € 291,- en 21% btw – van € 7.841,40. Delta Lloyd wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker. |