Rechtbank Zeeland-West_Brabant 17 december 2018 | |
Verzoeker heeft een verkeersongeval gehad en stelt daar letsel aan te hebben overgehouden. De verzekeraar van de veroorzaker erkent aansprakelijkheid en doet twee voorschotbetalingen op de schade alsmede een voorschot betaling voor kosten BGK. | |
Verzoek | Rechtbank |
I voor recht te verklaren dat de verzekeraar maandelijks dient te bevoorschotten met een redelijk bedrag tot aan het moment dat een eindregeling is bereikt | De kantonrechter acht het aannemelijk dat zonder een beslissing over de (aanvullende) bevoorschotting van kosten BGK, de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst zal worden bemoeilijkt. Omdat dit verzoek echter niet is onderbouwd wordt het afgewezen. |
II voor recht te verklaren dat alle kosten BGK alsmede de gedeclareerde en onbetaald gebleven kosten BGK vergoed dienen te worden | Omdat de verzekeraar de aansprakelijkheid niet heeft betwist en de aantoonbare schade die in causaal verband staat met het ongeluk gewoon wil uitkeren, is de kantonrechter van mening dat de complexiteit van de zaak geen 24 uur aan werkzaamheden rechtvaardigt. Zeker nu vast is komen te staan dat nog niet eens een (voorlopige) schadestaat is opgesteld. De proportionaliteit ( werkzaamheden in relatie tot de schade) is daardoor ook niet te beoordelen. |
III de kosten van het deelgeschil te begroten op €2712 | De kosten zijn niet in redelijkheid gemaakt en daarom begroot de kantonrechter die kosten op nihil. |
Met een beetje moeite vindt de kantonrechter zich zelf wel bevoegd….maar dit soort deelgeschillen voor de kosten rechtsbijstand behoeven niet op veel sympathie te rekenen….