Onvoldoende instructies aan vrijwilligers op schaatsbaan leiden tot aansprakelijkheid organisator.

Rechtbank Rotterdam, 7 oktober 2022
Verzoeker was vrijwilliger voor de functie van baanwacht op een tijdelijke schaatsbaan. Tijdens werktijd is verzoeker ten val gekomen op het midden van de ijsbaan. Partijen discussiëren over de aansprakelijkheid, waarbij de toedracht niet vast staat. De rechtbank stelt dat verweerder op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is.
Verzoek

Verzoeker verzoekt de rechtbank om:

Rechtbank
1) Te beslissen dat Verweerder aansprakelijk is voor de schade die verzoeker heeft geleden, thans lijdt en in de toekomst nog zal lijden ten gevolge van het ongeval; Verweerder stelt dat verzoeker tijdens het ongeval niet bezig was met het uitoefenen van de taak als baanwacht, maar recreatief aan het schaatsen was. Artikel 7:658 BW zou daarom niet van toepassing zijn. De rechtbank gaat hier niet in mee. Het staat vast dat verzoeker ten tijde van het ongeval ingeroosterd stond als schaatsbaanwacht. Verweerder heeft de vrijwilligers van de schaatsbaan nooit uitdrukkelijk verboden om rond te schaatsen tijdens de werkzaamheden. De rechtbank concludeert dat het ongeval plaats heeft in de uitoefening van de werkzaamheden.

Daarnaast stelt zij dat verweerder niet heeft voldaan aan haar zorgplicht, omdat zij onvoldoende instructies heeft gegeven. Verweerder heeft vooraf een voorlichtingsavond georganiseerd. Tijdens deze voorlichtingsavond is uitleg gegeven over de functie van baanwacht. Er is geen uitleg gegeven over het schaatsen zelf. Verweerder is ervan uitgegaan dat de vrijwilligers ervaring hebben op schaatsen. Volgens de rechtbank is dit onterecht. Verweerder heeft ook geen instructies gegeven aangaande risico’s die er op de ijsbaan bestaan voor de vrijwilligers.

De rechtbank stelt vast dat er een causaal verband bestaat tussen het ontbreken van deze instructies en het ongeval, ondanks dat partijen verschillen van mening over de toedracht. Verzoeker stelt dat hij stilstond en verweerder geeft aan dat hij in hoog tempo pirouettes aan het draaien was. Wat wel vaststaat, is het gegeven dat het ongeval plaatsvond in het midden van de baan. Dit is geen veilige plek voor een schaatswacht om zich te bevinden Verweerder had rekening moeten houden met eigen onvoorzichtigheid van vrijwilligers en had aandacht moeten geven over de wijze van schaatsen en de locatie van de baanwachten op de ijsbaan.

2) De kosten van rechtsbijstand te begroten op een bedrag van €3.553,77 en te beslissen dat verweerder in de begrote kosten van dit geschil worden veroordeeld. De rechtbank is van mening dat de kosten redelijk zijn. Er wordt evenmin verweer gevoerd door verweerder. Het verzoek zal daarom worden toegewezen. De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van deze kosten.

Zonder dat de feiten echt duidelijk zijn wordt besloten tot werkgeversaansprakelijkheid. Dat lijkt wat kort door de (schaats)bocht….