Rechtbank Den Haag, 29 september 2021 | |
Verzoekster raakte in 2013 betrokken bij een arbeidsongeval waarbij zij duimletsel opliep. Sindsdien is zij arbeidsongeschikt. Er is na verloop van tijd een compressiesyndroom ontstaan, waarvan bij een expertise in 2019 is bepaald dat er een – weliswaar geringe – kans is dat dat ook zonder het ongeval zou zijn ontstaan. | |
Verzoek | Rechtbank |
De rechtbank wordt verzocht
1) de uitkomsten van de expertise als bindend te verklaren, te verklaren dat uit het expertiserapport causaal verband tussen het ongeval en de klachten en beperkingen blijkt en dat bovendien bij de schadevaststelling geen rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid dat de beschreven pijnsyndromen ook zonder het ongeval zouden zijn ontstaan; |
Partijen zijn inderdaad gebonden aan de uitkomsten van het expertiserapport en voor zover dat de conclusie is van de expertisearts, moet ook van causaliteit worden uitgegaan.
Bij de schadebegroting moet verder ‘gewoon’ rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat zonder het ongeval bepaald letsel en daarmee bepaalde beperkingen zouden zijn ontstaan. Pas als die kans zodanig gering is dat daar in redelijkheid geen rekening mee hoeft te worden gehouden, kan die kans buiten beschouwing te worden gelaten. Hoewel in dit geval de kans op het ontstaan van het compressiesyndroom zonder het ongeval erg klein is, is van een zodanig geringe kans dat daarmee helemaal geen rekening gehouden hoeft te worden geen sprake. |
2) verweerster te veroordelen in de proceskosten | De gevorderde 11,3 uur tegen een uurtarief van € 250,00 (ex. btw) is redelijk. |
Ook met kleine kansen moet dus (weliswaar ook maar een klein beetje) rekening worden gehouden.