Rechtbank Den Haag 5 december 2018 | |
Verzoekster werkt bij een strandtent in de bediening. Tijdens werk verzwikt ze haar enkel met ernstig letsel tot gevolg vanwege de scherpe randen van het hielstuk van de enkel hoge gymschoenen die ze draagt. Ruim twee jaar na het ongeluk en een niet gelukte poging om vergoeding van de producent van de gympies te krijgen spreekt ze de werkgever aan. Die aansprakelijkheid afwijst. | |
Verzoek | Rechtbank |
I Te bepalen dat de werkgever aansprakelijk is ogv artikel 7:658 BW | De kantonrechter is van oordeel dat verzoekster niet te laat heeft geklaagd. Zij heeft eerst op goede gronden gemeend dat het hielstuk de veroorzaker van de schade is geweest. Toen haar duidelijk werd dat dit niet het geval was is zij binnen twee maanden overgegaan tot aansprakelijkstelling van verweerder. Als daardoor bewijs verloren is gegaan dan komt dat wel voor rekening en risico van verzoekster omdat zij direct na het ongeval bekend had behoren te zijn met de gestelde oneffenheid in de vloer. En dus eerder tot aansprakelijkstelling had kunnen overgaan. |
Zelfs als de kantonrechter er veronderstellend van uit gaat dat haar voet is verzwikt tgv een oneffenheid in de vloer van de strandtent en die oneffenheid een gebrek oplevert, dan nog zal het verzoek niet worden toegewezen. Immers de schade staat niet in zodanig verband met de zorgplicht dat die schade ogv artikel 6:89 BW kan worden toegerekend. Want het letsel is veroorzaakt door een gebrek in de sneaker en zodanig uitzonderlijk dat zij geen voorzienbare schade is tgv een oneffenheid van de werkvloer in de strandtent. | |
II Verweerder heeft een tegenvordering ingediend ogv artikel 843a Rv teneinde inzage in stukken te krijgen | De kantonrechter is van oordeel dat verweerder een rechtmatig belang heeft bij het ritverslag van de ambulance en de informatie van de Spoedeisende Eerste Hulp. Nu het om twee concrete documenten gaat, is dat geen ‘fishing expedition’ zoals verzoekster tegenwerpt. Dat ligt anders voor de correspondentie van verzoekster met de schoenfabrikant; zonder nadere toelichting valt niet in te zien dat verweerder daarbij een rechtmatig belang heeft. |
III De kosten te begroten en verweerder te veroordelen in de kosten van het deelgeschil | De kantonrechter stelt het aantal uren op 16 in plaats van de gevraagde 21. De kantoorkosten worden afgewezen in het licht van het gehanteerde uurtarief van €255. De begrote kosten zijn niet toewijsbaar zolang de aansprakelijkheid niet in rechte komt vast te staan. |