rechtbank Zutphen 4 februari 2013, rechtspraak.nl | |
Verzoekster is passagier in paardenkar die tijdens plezierrit omslaat. Aansprakelijkheid ex art. 6:179 BW erkend, geschil betreft al dan niet eigen schuld. Rechtbank komt tot volledige aansprakelijkheid. Bij begroting matiging tarief en uren. | |
Verzoek | Rechtbank |
Voor recht te verklaren dat [verweerder sub 2] volledig aansprakelijk is en dat [verweerder BV sub 1] gehouden is om de nog nader vast te stellen geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade van [verzoekster] als gevolg van het ongeval van 3 mei 2009 volledig -en dus op 100% basis- te vergoeden. | Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid, voor zover gebaseerd op artikel 6:179 van het Burgerlijk Wetboek (BW), is erkend. De enige vraag is of [verweerder sub 2] ten volle aansprakelijk is voor de door [verzoekster] als gevolg van het ongeval geleden en te lijden schade, dan wel of [verzoekster] een gedeelte van haar -in een percentage uit te drukken- schade zelf dient te dragen. In deze wordt geoordeeld dat het aan [verzoekster] overkomen ongeval is veroorzaakt door de eigen gedraging van het paard. [verweerder sub 2] is als bezitter van het paard op grond van artikel 6:179 BW (in beginsel volledig) aansprakelijk voor de door het paard aangerichte schade. … Eigen schuld |
De kosten van [verzoekster] begroten op € 5.156,– (exclusief kantoorkosten en BTW), te vermeerderen met griffierecht en [verweerder BV sub 1] te veroordelen om evengemeld bedrag, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, te storten op de derdenrekening van haar advocaat. | Er is geen verweer gevoerd tegen het aantal opgevoerde uren en het uurtarief. De opgevoerde kosten kunnen de dubbele redelijkheidstoets (die de rechtbank ambtshalve uitvoert omdat alleen redelijke kosten op grond van artikel 6:96 BW voor vergoeding in aanmerking komen) niet doorstaan. Totaal komen voor vergoeding in aanmerking 16 uren. De rechtbank zal evenmin meegaan in het opgevoerde uurtarief. Immers er is sprake van een gewone aansprakelijkheidskwestie, voor de behandeling waarvan geen specialistische kennis is vereist. Een uurtarief van € 180,–, te vermeerderen met 6% kantoorkosten en 21 % BTW komt redelijk voor. Het financieel belang van de zaak rechtvaardigt thans geen aanpassing van het uurtarief. De kosten van de deelgeschilprocedure worden daarom begroot op 16 uur x € 180,– = € 2.880,– vermeerderd met 6% kantoorkosten ad € 172,80, 21% BTW ad € 641,09 en het griffierecht van € 267,–, totaal € 3.960,89. |
Al dan niet eigen schuld bij ongevallen met paarden is casuïstisch. Deze rechter is kritisch ten aanzien van de deelgeschilkosten, dat zouden meer rechters moeten doen…