Schade inhalende motorrijder komt voor 80% voor rekening van uitrit verlatende automobilist

rechtbank Utrecht 21 maart 2012, LJN: BY0648
Verzoeker is als motorrijder tijdens inhalen aangereden door auto die uitrit verliet. Standpunt van WAM verzekeraar auto is dat verzoeker grotendeels zelf aansprakelijk is. Rechtbank ziet dat andersom ook door billikheidscorrectie toe te passen..
Verzoek Rechtbank
Voor recht verklaren dat Amlin volledig aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval op 26 april 2010, waarbij [verzoeker] letsel heeft bekomen en de volledige schade aan [verzoeker] dient te vergoeden, althans een percentage van die schade aan [verzoeker] dient te vergoeden. Automobilist dient in principe voorrang te geven.
Wel eigen schuldLos van wat voor iedere willekeurige verkeersdeelnemer geldt, betekent dit dat [verzoeker] er rekening mee moest én kon houden dat er verkeer vanuit de uitrit van het landgoed de weg kon opdraaien, zeker gelet op het tijdstip waarop [verzoeker] op de betreffende weg reed (avondspits) en afgezien van de omstandigheid dat verkeer vanuit de uitrit het doorgaande verkeer diende te laten voorgaan. [verzoeker] diende zijn snelheid daarop aan te passen. Dit geldt te meer nu vaststaat dat [bestuurder Peugeot] rechtsaf wilde slaan om de inrit van het landgoed in te rijden en zij – blijkens de getuigenverklaring van [verzoeker] – stevig afremde. [verzoeker] heeft bij het passeren van [bestuurder Peugeot] [bestuurder BMW] echter niet gezien. Op enig moment bij het passeren van [bestuurder Peugeot] heeft [verzoeker] kennelijk het zicht op de uitrit verloren. Desondanks heeft hij zijn weg met een snelheid van 40 à 50 kilometer per uur vervolgd, hetgeen in de gegeven omstandigheden te snel moet zijn geweest. [verzoeker] kon zijn motor immers niet meer tijdig tot stilstand brengen toen hij [bestuurder BMW] waarnam (artikel 19 RVV). Te dien aanzien valt [verzoeker] een algemeen verwijt te maken.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de mate waarin aan [verzoeker] toe te rekenen omstandigheden (aan het ongeval) en de schade hebben bijgedragen beperkt is. Mede op grond van de billijkheid, wordt dit gesteld op 20%, zodat resteert een percentage van 80% dat Amlin dientengevolge aan geleden en te lijden schade aan [verzoeker] dient te vergoeden.

Amlin te veroordelen tot betaling van: € 25.000,– als voorschot op door [verzoeker] geleden en in de toekomst te lijden letselschade, althans een percentage daarvan. [verzoeker] heeft een voorschot van € 25.000,– gevorderd ter zake van door hem geleden en te lijden letselschade (inclusief immateriële schade), exclusief de schade ter zake van het misgelopen overwerk, het verlies aan arbeidsvermogen, de pensioenschade en immateriële schade wegens gederfde levensvreugde. De omvang van laatstgenoemde schadeposten is volgens [verzoeker] nog niet vast te stellen. … In deze omstandigheid, alsmede in het hiervoor vastgestelde percentage eigen schuld, ziet de rechtbank dan ook aanleiding het toewijsbare voorschot te beperken tot € 12.500,– als zijnde kosten als gevolg van het ongeval waarvoor aansprakelijkheid bestaat en die aan Amlin kunnen worden toegerekend.
Amlin te veroordelen tot betaling van € 10.445,– als tussentijdse vaststelling van de door [verzoeker] geleden schade vanwege kosten van aan hem verleende buitengerechtelijke rechtsbijstand, waaronder begrepen de kosten van de verzoekschriftprocedure tot bevel van een voorlopig getuigenverhoor en de ten overstaan van de rechter-commissaris op 20 april 2011 en 12 juli 2011 gehouden getuigenverhoren, althans een percentage van dit bedrag. De rechtbank neemt in aanmerking dat een geschil over de tussentijdse vergoeding van buitengerechtelijke kosten in de wetsgeschiedenis uitdrukkelijk als voorbeeld van een mogelijk deelgeschil wordt genoemd (Kamerstukken II 2007-2008, 31518, nr. 3, p. 10, 16, 20 en 21).Kosten getuigenverhoor zijn ook redelijk.

Nu het uurtarief van de advocaat van [verzoeker] van € 190,– (exclusief kantoorkosten en BTW) en het uurtarief van [letselschade-expert] van € 215,– (exclusief kantoorkosten en BTW) de rechtbank niet onredelijk voorkomt, hetgeen overigens ook niet door Amlin is gesteld, komen de door [verzoeker] gestelde buitengerechtelijke kosten voor vergoeding in aanmerking overeenkomstig de mate waarin Amlin de schade van [verzoeker] dient te vergoeden. Toegewezen wordt derhalve 80% van € 15.979,69 = € 12.783,75 minus het reeds betaalde bedrag van € 5.531,54, zijnde € 7.252,21.

Amlin te veroordelen in de kosten van deze deelgeschilprocedure, begroot op € 2.394,– exclusief 5% kantoorkosten en 19% BTW, en te vermeerderen met de kosten van de mondelinge behandeling en het griffierecht. De kosten (zie het tarief van de advocaat van [verzoeker] hiervoor) en de aan de zaak bestede tijd komen de rechtbank niet bovenmatig voor. De rechtbank begroot deze kosten aan de zijde van [verzoeker] dan ook op € 2.394,– (exclusief kantoorkosten en BTW), zijnde € 3.019,79 inclusief kantoorkosten en BTW (zie productie 12 bij het verzoekschrift), te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 260,– en 1 uur ad € 190,– exclusief BTW, zijnde € 237,40 inclusief 5% kantoorkosten en 19% BTW ter zake van de mondelinge behandeling. Dit komt in totaal neer op € 3.517,19. Ook op deze kosten dient een correctie wegens eigen schuld te worden toegepast zodat 80% van € 3.517,19 = € 2.813,75.
4.14.  Door [verzoeker] is veroordeling van Amlin in de kosten van deze procedure gevraagd. Nu hiertegen geen verweer is gevoerd zal het hiervoor onder 4.13. begrote bedrag als kostenveroordeling worden uitgesproken in het dictum van deze beschikking.

Ook uit deze uitspraak blijkt dat de omstandigheden van het geval erg belangrijk zijn bij het beoordelen van aansprakelijkheid en eigen schuld in zaken van verkeersaansprakelijkheid.