Rechtbank Oost-Brabant, 15 juni 2021 | |
Verzoeker stelt tijdens het uitlaten van zijn hond ten val te zijn gekomen. De val zou zijn veroorzaakt door een verschil in de hoogte van het trottoirband van 4,5 centimeter. Verzoeker heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor zijn val. Omdat er geen ruimte is voor nadere bewijsvoering en verzoeker enkel zijn eigen verklaring in het geding heeft gebracht worden de aansprakelijkheid van de gemeente afgewezen. | |
Verzoek | Rechtbank |
Verzoeker verzoekt, kort samengevat, voor recht te verklaren:
(1) dat de gemeente Helmond aansprakelijk is voor het verzoeker op 3 augustus 2018 overkomen ongeval en dus gehouden is om de door [verzoeker] geleden en/of nog te lijden schade te voldoen. |
(1) Er zijn geen getuigenverklaringen, medische informatie of ander bewijs door verzoeker overgelegd. Eigen verklaring van verzoeker is onvoldoende. Voor bewijslevering is in deelgeschilprocedure geen ruimte. Verklaring voor recht kan niet worden gegeven. |
(2) verzoeker verzoekt daarnaast te bepalen dat de gemeente Helmond voorschotten van € 31.500,- en € 5.000,- aan hem dient te voldoen. | (2) Geen veroordeling tot voldoening van voorschotten vanwege ontbreken van een deugdelijke grondslag. |
(3) Verder verzoekt verzoeker te bepalen dat de kosten van de procedure op grond van artikel 6:96 BW moeten worden vastgesteld en de gemeente Helmond te veroordelen in de kosten van de deelgeschilprocedure. | (3) Kosten begroot, geen veroordeling. Uren gematigd tot 6 uur in verband met het ontbreken van een specificatie. Uurtarief gematigd tot € 250,00 inclusief btw. 6 uur x € 250 = € 1.500, vermeerderd met griffierecht € 304,00. |
De enkele verklaring van verzoeker dat hij is gevallen is onvoldoende om aansprakelijkheid op grond van artikel 6:174 van de gemeente aan te nemen. De deelgeschilprocedure biedt nu eenmaal geen ruimte voor nadere bewijsvoering.