Rechtbank Midden-Nederland, 19 mei 2021 | |
Verzoekster op de fiets is tijdens een inhaalactie van een andere fietser ten val gekomen. Zij stelt de ouders van degene die zij inhaalde daarvoor aansprakelijk. Buiten verzoekster en degene die zij inhaalde waren er geen getuigen van het voorval. De enkele partijverklaring van verzoekster zelf is echter niet voldoende om de toedracht aan te tonen nu de verklaring van degene die zij inhaalde op wezenlijke punten afwijkt. | |
Verzoek | Rechtbank |
(1) verweerders hoofdelijk aansprakelijkheid zijn voor de gevolgen van het ongeval en gehouden zijn de schade te vergoeden, | (1) Verzoekster beroept zich op een rechtsgevolg van artikel 6:169 lid 1 BW. Zij draagt de bewijslast. Eigen verklaring alleen is niet voldoende. Geen aanvullende bewijzen voorhanden die zodanig sterk zijn en zodanig essentiële punten betreffen dat partijverklaring voldoende geloofwaardig maken. Toedracht staat niet vast, een onrechtmatige gedraging daarom ook niet. Verzoek afgewezen. |
(2) Subsidiair vraagt zij om voor recht te verklaren dat de bewijslast dat het slingeren van [A] door verzoekster is veroorzaakt bij verweerders ligt. | (2) Verzoek afgewezen. Er is geen onrechtmatige daad dus er wordt niet toegekomen aan een eventuele rechtvaardigingsgrond. Ja ik heb geslingerd, maar dat komt door haar is juridisch gezien nog geen bevrijdend verweer. Stelling ziet op feitelijke toedracht en niet op het inroepen van een rechtsgevolg. |
(3) met veroordeling van verweerders in de begrote kosten van het geschil. | (3)Kostenbegroting. Aantal uur gematigd van 21,1 naar 12. Uurtarief € 245,00 ex btw € 2.940,00 vermeerderd met griffierecht € 85,00. |
Verzoekster heeft de bewijslast. Hoe vervelend letsel zij ook heeft opgelopen, het ligt op haar weg om de toedracht ten aanzien van haar val te bewijzen. Pas nadat de toedracht vaststaat kan worden beoordeeld of er sprake is van een onrechtmatige gedraging waarvoor de ouders aansprakelijk zijn voor hun twaalf jarige dochter.