Rechtbank Rotterdam, 23 februari 2022 | |
Na een voorlopig getuigenverhoor nu een verzoekschrift deelgeschil. Alle verzoeken worden afgewezen. Niet is komen vast te staan dat verzoeker ten val is gekomen door zand op het wegdek, noch dat dit van verweerders c.s. is. | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank:
(1) te bepalen dat verweerders c.s. aansprakelijk zijn voor het ontstaan van het ongeval |
O.b.v. verklaringen neemt de rechtbank als vaststaand aan dat er ter hoogte van de ongevalslocatie zand op het wegdek lag. Dat de aanwezigheid van dit zand de oorzaak is geweest van het ongeval, staat echter niet vast. (Verzoeker) heeft immers verklaard dat hij moest afremmen en uitwijken voor een tegenligger die richting zijn weghelft stuurde.
O.b.v. een kleurenfoto staat het volgens de rechtbank ook niet vast dat het zand afkomstig was van de hoop zand die op het trottoir was achtergelaten. Al zou de (gestelde) toedracht zijn komen vast te staan, dan nog is er geen aansprakelijkheid a.d.z.v. (verweerders c.s.). De enkele aanwezigheid van zand op een plek waar verkeer langskomt, levert nog geen gevaarlijke situatie op omdat verkeersdeelnemers niet aan een onaanvaardbaar risico worden blootgesteld. Enige vervuiling is acceptabel, zelfs als men daardoor ten val komt. Voorwaarde is dat er redelijke maatregelen worden genomen. Bovendien mag van verkeersdeelnemers enige oplettendheid verwacht worden. Afwijzing verzoek m.b.t. verweerder 1, dan ook tevens geen aansprakelijkheid ex art. 6:171 BW m.b.t. verweerder 2 |
(2) verweerders c.s. te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten | Geen aansprakelijkheid en dus komen de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet voor toewijzing in aanmerking. |
(3) de kosten van deelgeschil te begroten en verweerders c.s. te veroordelen in de kosten. | Verzoek: 12 uur x € 250,– x 21% BTW = € 3.630,–. Matiging aantal uur, nu er ook in het kader van een voorlopig getuigenverhoor een verzoekschrift is ingediend met de nodige overlap.
Begroting: 10 uur x € 250,– x 21% BTW = € 3.025,–. Geen aansprakelijkheid, geen veroordeling. |
Een slotstuk van een behoorlijk kostbaar traject (alhoewel verzoeker uiteraard nog wel verlof kan vragen om in hoger beroep te kunnen). De vraag is of dat verstandig is: ook al staat de (gestelde) toedracht vast, dan nog is er een kans dat het Hof – net als de rechtbank – tot de conclusie komt dat er geen aansprakelijkheid is a.d.v.z. verweerders c.s.