Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the broken-link-checker domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /home/p19396/domains/wetdeelgeschillen.info/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Verzekeraar moet meewerken aan voortzeting gezamenlijk ingezet deskundigenonderzoek – Wet Deelgeschillen

Verzekeraar moet meewerken aan voortzeting gezamenlijk ingezet deskundigenonderzoek

Rechtbank Rotterdam 15-10-2014
Verzekeraar meent dat uit het rappport van een deskundige al duidelijk wordt dat deskundige geen goed onderzoek hefet gedaan en wil dat het onderzoek door een andere neuroloog wordt gedaan. Daarmee is de vorderende partij het niet eens.
Verzoek Rechtbank
 [verzoeker] verzoekt – samengevat – een beslissing te nemen over de volgende stap in het proces van de medische evaluatie en daarbij te oordelen dat HDI c.s. mee moeten werken aan de continuering van de expertise zoals die in gang werd gezet, inhoudende dat HDI c.s. aan dr. De Louw aanvullende vragen mogen stellen en dat partijen een neuropsycholoog benoemen.  In beginsel brengt een fatsoenlijke schadeafwikkeling mee dat partijen er aan dienen mee te werken dat de expertise van een door hen gezamenlijk benoemde deskundige volledig wordt uitgevoerd. Onderzocht dient derhalve te worden of de kritiek van HDI c.s. op het onderzoek/rapport van dr. De Louw een uitzondering op dit beginsel rechtvaardigt, hetgeen het geval zal zijn indien het onderzoek/rapport van dr. De Louw niet in overeenstemming is met hetgeen van een redelijk handelend en redelijk vakbekwaam vakgenoot mag worden verwacht.

Op grond van het vorenstaande wordt de stelling van HDI c.s. dat het onderzoek/ rapport van dr. De Louw beneden de maat is en dat erkenning van hun kritiek gelijk staat met erkenning van een beroepsfout verworpen. Voor hun standpunt dat het stellen van aanvullende vragen aan dr. De Louw en verder gaan met deze deskundige geen optie is, kan in de stellingen van HDI c.s. – gelet op het vorenstaande – ook overigens geen objectieve rechtvaardiging worden gevonden. Dit betekent dat de expertise van dr. De Louw op de door [verzoeker] voorgestelde wijze afgerond dient worden, zodat het verzoek van [verzoeker] zal worden toegewezen en het verzoek van HDI c.s. zal worden afgewezen.

 onder begroting van de kosten van dit deelgeschil, met veroordeling van HDI c.s. tot betaling daarvan.

Gelet op de gestelde en door HDI c.s. niet weersproken expertise van de advocaat van [verzoeker] komt het door hem gehanteerde uurtarief van € 270,- exclusief 5% kantoorkosten en BTW niet buitensporig voor. Dit ligt anders voor het aantal in rekening gebrachte uren. Gelet op de beperkte omvang van het geschil en de expertise van de advocaat komt het aantal van 6,08 uren voor het concipiëren van het verzoekschrift, dat deels gelijkluidend is aan de brief van de advocaat aan de advocaat van HDI c.s. van 5 september 2013, buitenproportioneel voor. Hetzelfde geldt voor het aantal van 4 uren voor de voorbereiding van de zitting, inclusief het opstellen van de (summiere) notities voor de mondelinge behandeling. De in totaal daaraan bestede tijd zal in redelijkheid worden bepaald op 6 uren. De in de specificatie opgenomen tijd voor werkzaamheden in het kader van verjaring en stuiting en voor uitwerken (in totaal 1,25 uur) houden geen direct verband met de gevoerde deelgeschilprocedure. Voorts kunnen de kosten voor de werkzaamheden die zijn veroorzaakt door de omissie om het verzoekschrift te richten aan de kantonrechter van de rechtbank (0,92 uur) niet als in redelijkheid gemaakte kosten worden aangemerkt. Rekening houdend met dit alles worden de bestede tijd direct verband houdt met het gevoerde deelgeschil in redelijkheid bepaald op (22,91 – 4,08 – 1,25 – 0,92=) 16,66 uren. De kosten van de deelgeschilprocedure aan de zijde van [verzoeker] worden derhalve begroot op (16,66 x € 270 = € 4.498,20 + 5% + 21% =) € 5.714,96, inclusief BTW, te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 282,00, derhalve in totaal

€ 5.996,96.

 HDI verzoekt (in tegenverzoek) te gelasten dat [verzoeker] zal meewerken aan een nieuwe neurologische expertise, aangevuld met een neuropsychologisch onderzoek, en de kosten van dit deel geschil aan de zijde van [verzoeker] te bepalen op maximaal € 1.944,00.  wijst af het zelfstandig verzoek van HDI c.s.

Het komt vaker voor dat deskundigenrapporten door de ene of de andere partij niet worden aanvaard. Rechtbanken en hoven houden daar niet zo van… In deze kwestie moet er eerst maar een eindresultaat komen en dan kan HDI het ongetwijfeld nog eens proberen. De keuze van een goede deskundige, die zijn werk volledig en volgens wetenschappelijke richtlijnen vervuld is van enorm belang.

De kosten blijven een warboel…