Rechtbank Overijssel, 26 oktober 2020 | |
Verzekeraar meent dat het rapport niet voldoet aan de eisen van onpartijdigheid, consistentie, inzichtelijkheid en logica. Verzekeraar heeft aldus zwaarwegende en steekhoudende bezwaren, zodat zij niet gebonden kan worden geacht aan het rapport. De rechtbank volgt de verzekeraar. | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank:
(1) voor recht te verklaren dat het definitieve expertiserapport van (X) tussen partijen bindend is en als uitgangspunt dient te gelden voor de verdere schaderegeling; |
In de kern komt het bezwaar van a.s.r. neer op een drietal punten:
De rechtbank komt tot de conclusie dat deskundige (X) zijn rapportage niet voldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij tot bepaalde conclusies is gekomen. Het rapport is onzorgvuldig en inconsistent:
Verzoek wordt afgewezen. |
(2) De kosten te begroten conform verzoek en a.s.r. te veroordelen tot betaling daarvan. | Begroting = 26 uur x € 235,– x 21% BTW + griffierecht.
De rechtbank acht het aantal uren in deze zaak, waarbij in het bijzonder gewicht wordt toegekend aan de geringe omvang en complexiteit van het verzoek van (verzoeker), bovenmatig en om die reden niet redelijk. De rechter acht een aantal van 15 uur redelijk. De gemaakte kosten komen daarmee op 15 uur x € 235,00 + 21% BTW + griffierecht = € 4.569,25. |
De rechter zet op een overtuigende wijze een streep door het expertiserapport. Het oordeel van de deskundige komt gewoonweg niet overeen met het medisch dossier (en dan met name met de “waslijst” aan pre-existente factoren). Daarnaast is het – gelet op het voorgaande – natuurlijk opvallend dat bijna een half jaar na het ongeval pas voor het eerst melding wordt gemaakt van schouderklachten.