rechtbank Rotterdam, 9 november 2011, LJN: BU3703
Praktisch dat de rechtbank ondanks de afwijzing van het verzoek een inhoudelijke uitspraak doet over de betekenis van het rapport van de neuroloog.
Verzoekster is in 2001 als bestuurster van een personenauto met hoge snelheid van achteren aangereden door een andere personenauto. Euro Insurance (WAM-verzekeraar) en Van Ameyde (tussenpersoon) zijn verweerders. Aansprakelijkheid voor ongevalgevolgen is erkend. Op verzoek van partijen is in 2008 neurologisch onderzoek verricht.
Volgens verzoekster heeft zij aan het ongeval een postwhiplashsyndroom en een (chronisch) neuropathisch pijnsyndroom overgehouden.
Verweerders bewtisten dat sprake is van postwhiplashsyndroom en betwisten causaal verband tussen neuropathisch pijnsyndroom en ongeval. Dit pijnsyndroom kan (mede) zijn te wijten aan de privésituatie, een latere aanrijding, of de val van een trap.
Het verzoek strekt ertoe de uitgangspunten voor de schadeberekening, in het bijzonder ten aanzien van de post verlies aan arbeidsvermogen, vast te stellen.
Volgens de rechtbank is het verzoekschrift voldoende duidelijk en volledig en zijn verweerster ter zake niet in hun belangen geschaad. Het beroep op nietigheid wordt daarom verworpen.
De rechtbank volgt verweerders niet in hun betoog dat het neurologisch rapport uit 2008 niet bruikbaar is en vindt een hernieuwd neurologisch onderzoek niet geïndiceerd. Op grond van dit rapport kan tot uitgangspunt worden genomen dat de gestelde beenklachten ongevalgevolg zijn.
Het gaat echter te ver om alle vragen van verzoekster in het kader van deze deelgeschilprocedure te beantwoorden. Daartoe zou een integrale behandeling van de zaak nodig zijn, die het karakter van een bodemprocedure zou krijgen. Het verzoek wordt daarom afgewezen. Wel worden de deelgeschilprocedurekosten begroot en worden verweerders veroordeeld tot betaling van deze kosten.