rechtbank Roermond 9 februrari 2011, LJN: BQ3182
Verzoeker was als bestuurder van een auto betrokken bij verkeersongeval. Aansprakelijkheid door Aegon (verweerster) erkend. Aegon heeft € 23.500,- voorschot betalingen gedaan. Tussen partijen is met name verschil van mening ontstaan over het causale verband tussen het ongeval en de bij verzoeker geconstateerde klachten en beperkingen en de volgens verzoeker daaruit voortgevloeide arbeidsongeschiktheid. Verzoeker eist dat Aegon wordt veroordeeld tot betaling van een voorschot van € 20.000,-.
De rechtbank stelt vast dat met het verzoek uitdrukkelijk niet is beoogd om het medische geschil aan de rechtbank voor te leggen, het betreft enkel bevoorschotting. Voor de behandeling van een verzoek tot beslissing over een deelgeschil is vereist dat partijen zich bevinden in de fase van buitengerechtelijke onderhandelingen en dat dit uit het verzoekschrift c.a. moet blijken. Wanneer er geen concrete aanwijzingen zijn dat beide partijen bereid zijn tot het voeren van buitengerechtelijke onderhandelingen is er in beginsel onvoldoende perspectief op buitengerechtelijke schade afwikkeling en moet het verzoek worden afgewezen. Nog los van de vraag of partijen zich in de fase van buitengerechtelijke onderhandelingen bevinden, moet worden geoordeeld dat dat de verzochte beslissing in het geheel niet kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Met bevoorschotting wordt immers geen einde gemaakt aan het diepgaande meningsverschil over het causale verband dat in de weg staat aan verdere onderhandelingen. Het is evident dat het verzoek moet worden afgewezen.
Het verzoek tot vergoeding van de deelgeschilprocedurekosten wordt afgewezen omdat het niet redelijk is dat deze kosten zijn gemaakt. Het is immers evident dat de vordering op grond van artikel 1019z Rv. in beginsel zou moeten worden afgewezen en verzoeker heeft niets naar voren gebracht dat tot een ander oordeel zou kunnen leiden. Hoewel verzoeker ten onrechte naar de deelgeschiprocedure heeft gegrepen, is dit niet onrechtmatig jegens Aegon. Het verzoek van Aegon tot veroordeling in haar proceskosten kan dus niet worden toegewezen. Partijen moeten elke hun eigen proceskosten dragen.
Het is goed dat deze evidente afwijzing van het verzoek ermee gepaard gaat dat de door verzoeker gemaakte deelgeschilprocedure niet voor rekening van Aegon komen. Het is voor Aegon zuur dat zij toch met haar proceskosten blijft zitten. De vraag rijst wannneer het voeren van een deelgeschilprocedure wél onrechtmatig is en de proceskosten van de verwerende partij voor rekening van verzoeker komen.