LJN: BT1641, Rechtbank Assen , 86615 / HA RK 11-83
Aansprakelijkheid medische fout staat vast. De gevolgen zijn door deskundigen vastgesteld.
De rechtbank stelt bij de beoordeling van het verzoek voorop dat voor toewijzing van het verzochte vereist is dat de verzochte beslissing voldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Verzoekster stelt echter in haar verzoekschrift geen concrete feiten en/of omstandigheden waaruit dit kan worden afgeleid. Desgevraagd is tijdens de mondelinge behandeling door verzoekster aangevoerd dat haar beperkingen in kaart moeten worden gebracht om met de afwikkeling van de zaak verder te kunnen komen. Tegen de achtergrond van het gevoerde causaliteitsverweer komt de vraag op in hoeverre de benoeming van een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige een beslissing betreft die bijdraagt aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Die vraag is tijdens de mondelinge behandeling door de rechtbank aan verzoekster gesteld, maar werd door haar niet afdoende beantwoord.
…
De rechtbank begrijpt zonder nadere toelichting die verzoekster niet geeft, niet waarom de benoeming van de door haar voorgestelde deskundigen – waarvan benoeming niet wordt verzocht om de het oorzakelijk verband tussen de gestelde beperkingen en de verlate diagnose vast te stellen – de door verzoekster ervaren “patstelling” zal doorbreken.
Het verzoek wordt afgewezen.
Opnieuw een meervoudige kamer aan het werk bij een deelgeschil. Het verzoek komt neer op een verzoek om een deskundige te benoemen. Daarvoor bestaat de mogelijkheid van het ‘voorlopig deskundigenbericht’. De vraag is waarom niet voor die weg is gekozen. Mogelijk omdat in een dergelijke procedure niet zo eenvoudig kosten gevorderd kunnen worden? De inhoudelijke toetsing die de rechtbank nu toepaste (zo’n onderzoek heeft geen nut) is in het kader van een voorlopig deskundigenbericht niet zo eenvoudig door de rechtbank toe te passen…