LJN: BW9053, Rechtbank Assen , 91420 / HA RK 12-18
Een wat raadselachtige zaak.
Kennelijk is er discussie over zowel aansprakelijkheid als schadeomvang met een aansprakelijkheidsverzekeraar. Vervolgens wordt een deelgeschilverzoek ingediend, niet (ook) tegen de verzekeraar, maar alleen tegen de verzekerde, die vervolgens niet verschijnt.
Verzekeraar is kennelijk ook niet als belanghebbende opgeroepen.
De rechtbank:
Wat in dit concrete geval echter klemt is dat het verzoek zich inhoudelijk richt tegen de verzekeraar van [verweerster] maar [verweerster] de formele procespartij betreft. De rechtbank kan zonder nadere toelichting die [verzoeker] niet geeft, niet begrijpen welk belang [verzoeker] heeft bij toewijzing van zijn verzoek tegen [verweerster] als hij kennelijk beoogt (verder) te onderhandelen met London Verzekeringen N.V. De verzochte verklaring voor recht zal daarom op grond van artikel 1019z Rv worden afgewezen.
Dat belang is toch wel te verzinnen en de rechtbank had ook wel wat kunnen helpen, maar het gaat in het begin fout. Het verzoek had zich ofwel tegen de verzekeraar, ofwel ook tegen de verzekeraar moeten richten, of deze had als belanghebbende in de zaak getrokken moeten worden.
Nu concludeert de rechtbank tot een volstrekt onnodig en onterecht verzoekschrift, zodat de kosten niet worden begroot.
Een schrale troost: het verzoekschrift kan nog een keer, maar nu goed, worden ingediend….Geen extra kosten…