RBMN_20180702_d | |
Niet objectiveerbaar letsel. Beperkingen zijn aannemelijk, volledige arbeidsongeschiktheid niet terwijl evenmin het gestelde carrièrepad aangenomen wordt. | |
Verzoek | Rechtbank |
{VERZ] verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat ASR gehouden zal zijn tot vergoeding van de door {VERZ] ter zake van het verlies verdienvermogen geleden schade en deze te bepalen op een bedrag van E 756.649,00. | Op grond van de expertises die in deze zaak zijn verricht is het voldoende aannemelijk dat er beperkingen zijn die door het ongeval zijn veroorzaakt. Dit geldt echter niet voor alle gestelde beperkingen. Immers de resultaten van de symptoomvaliditeitstesten wijzen er op dat er reden is om aan te nemen dat {VERZ] niet altijd naar kunnen heeft gepresteerd waardoor de testresultaten van niet alle expertises geheel betrouwbaar zijn. Daarnaast is onvoldoende informatie bekend over de ernst van de beperkingen en over de vraag of {VERZ] in het geheel geen loonvormende arbeid kan verrichten. Er is geen verzekeringsgeneeskundig onderzoek waaruit de beperkingen precies blijken en daarbij komt dat het UWV heeft aangegeven dat {VERZ] 4 uur per dag arbeid kan verrichten.
Daarnaast is geen arbeidsdeskundig onderzoek verricht en is derhalve niet onderzocht welke loonvorrnende arbeid {VERZ] nog kan doen en wat zij zou kunnen verdienen als senior designer. ..voor een toewijzend verzoek zijn echter nadere gegevens nodig. Voor nader onderzoek is echter in het kader van dit deelgeschil geen ruimte. Gelet op het vorenstaande kan op dit moment (nog) niet worden vastgesteld dat aan alle voorwaarden is voldaan om tot toewijzing van het verzochte zoals beschreven onder punt 4.2 te komen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen. |
Daarnaast verzoekt zij de kosten van de deelgeschilprocedure te begroten op een bedrag van E 6.439,72 en ASR te veroordelen tot betaling daarvan. | Nu geen sprake is van een volstrekt onnodig of onterecht verzoek en de aansprakelijkheid vaststaat dienen de kosten te worden begroot en dient ASR tot betaling daarvan te worden veroordeeld. ASR voert aan dat het aantal bestede uren onredelijk is, terwijl zij met betrekking tot het uurtarief aanvoert dat het bovenmatig is. Zij heeft een berekening voorgesteld op basis van 15 uur totaal tegen een uurtarief van E 225,00 exclusief BTW, hetgeen totaal op een bedrag van E 4.083,00 neerkomt. Nu {VERZ] dit bedrag niet heeft betwist, zal de rechtbank uitgaan van dit bedrag, te vermeerderen met het griffierecht. |