Verzoeker op fiets komt ten val nadat verweerder plotseling het portier van de auto opent

Rechtbank Gelderland, 16 februari 2022
Langlopende en merkwaardige kwestie, met deelgeschil 1, een voorlopig getuigenverhoor en nu deelgeschil 2. De rechtbank komt uiteindelijk tot de conclusie dat verzoeker heeft voldaan aan de op hem rustende bewijslast: verweerders zijn aansprakelijk.
Verzoek Rechtbank
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank:

(1) voor recht te verklaren dat (verweerders c.s.) aansprakelijk zijn voor alle schade ontstaan als gevolg van het ongeval;

(Verzoeker) is ontvankelijk in zijn verzoek. Geen verkapt hoger beroep. Twee opeenvolgende deelgeschillen over dezelfde vordering is mogelijk (art. 1019x lid 4 Rv). In deelgeschil 1 is niet inhoudelijk beslist over de aansprakelijkheidsvraag: het horen van getuigen was toen noodzakelijk. Dat getuigenverhoor heeft inmiddels plaatsgevonden

(Verzoeker) stelt dat hij met zijn fiets is gevallen, doordat (verweerder 1) plots het portier van de auto heeft geopend. (Verweerders c.s.) betwisten deze toedracht: het portier stond al ietsjes open en (verzoeker) is daar tegenaan gefietst. De rechtbank meent dat (verzoeker) is geslaagd in zijn bewijsopdracht. M.b.t. de bewijswaardering komt de rechtbank tot het volgende:

  • SAF, ‘opende de deur’, door beide partijen ondertekend, dwingend bewijs ex art. 157 Rv
  • 2e SAF, niets over toedracht aangekruist, iedere omschrijving ontbreekt.
  • Geen bewijs dat (verzoeker) later kruisjes heeft ingetekend op het SAF. Sterker nog, dit komt niet overeen met de geluidsopname die (verzoeker) heeft gemaakt van het opstellen van het SAF door partijen…
  • Verdere bewijsmiddelen: (partij)verklaring van (verzoeker) zelf, verklaring van voormalig partner (verzoeker) en buurman van (verzoeker).
  • (Verweerder sub 1) heeft zelf aan de schadebehandelaar van (verzoeker) aangegeven dat hij het portier opende.
(2) de kosten te begroten en (verweerders c.s.) te veroordelen in deze kosten, met inbegrip van de kosten van deelgeschil 1 en het voorlopige getuigenverhoor. Hoofdelijke veroordeling van kosten van deelgeschil 1: € 9.589,85. Het gaat hier om redelijke kosten ex art. 6:96 lid 2 BW.

Verzoek = 29 uur x € 250,– x 6% kantoorkosten x 21% BTW = € 9.298,85. Matiging aantal uur, geen ruimte voor kantoorkosten.

Begroting = 24 uur x € 250,– x 21% BTW = € 7.260,–. Aansprakelijkheid is gegeven en dus volgt ook een veroordeling.

Merkwaardige kwestie, waarbij dus ook geluidsopnames zijn gemaakt tijdens gesprekken tussen (verzoeker) en (verweerders c.s.), bij het invullen van het SAF. (Verweerder sub 1) heeft daarnaast ook geprobeerd om de schade te melden bij de verzekeraar van zijn eigen auto: die was wel WA-verzekerd…Niet helemaal duidelijk waarom Waarborgfonds Motorverkeer niet in kwestie is betrokken, nu er kennelijk een onverzekerd voertuig een rol speelde.