rechtbank Amsterdam 23 december 2010, LJN: BP1581
Dit deelgeschilverzoek is door WAM-verzekeraar Allianz ingediend. Benadeelde is in 1998 van achteren aangereden door verzekerde van Allianz. Aansprakelijkheid voor ongevalgevolgen is erkend. In gezamenlijk overleg heeft neuroloog in 2001 gerapporteerd. Zijn diagnose is dat als gevolg van het ongeval een post-whiplashsyndroom van de cerviale wervelkolom is opgetreden.
Op verzoek van benadeelde heeft de rechtbank een psychiater als voorlopig deskundige benoemd. Die rapporteert in 2009 dat de somatische klachten een direct gevolg van het ongeval zijn en dat de psychische klachten het gevolg zijn van de verminderde belastbaarheid vanwege de somatische klachten. Er is geen andere oorzaak van de psychische klachten.
Sinds 1998 heeft benadeelde een reïntegratietraject gevolgd, maar per 1 november is zij wegens volledige arbeidsongeschiktheid ontslagen.
Allianz wil in deelgeschil een beslissing over de vraag of de klachten in causaal verband staan met het ongeval, waarbij het rapport uit 2009 buiten beschouwing blijft, en wil benoeming van een arbeidsdeskundige, omdat volledige arbeidsongeschiktheid nog niet vast staat. Benadeelde ageert hiertegen. Haar tegenverzoek houdt in dat Allianz actief moet meewerken aan schaderegeling, een aanvullend voorschot betaalt van € 50.000,- en wordt veroordeeld in zowel de buitengerechtelijke kosten als de kosten van de deelgeschilprocedure, conform de begroting van haar advcocaat. Allianz verweert zich en stelt daarbij dat het nu zoveel geschillen betreft dat het feitelijk om een bodemprocedure gaat, waarmee de deelgeschilprocedure oneigenlijk wordt gebruikt.
De rechtbank oordeelt dat alle verzoeken zich lenen voor beslissing in deze deelprocedure. De beslissing op de verzoeken kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst en de tijd, moeite en kosten van de deelgeschilprocedure is niet te veel. Volgens de rechtbank heeft Allianz onvoldoende gesteld om aan te nemen dat er zwaarwegende en steekhoudende bezwaren zijn tegen het voorlopig deskundigenbericht uit 2009. Omdat het rapport op zorgvuldige wijze is tot stand gekomen en deugdelijk onderbouwde conclusies bevat, verwacht de rechtbank niet dat de bodemrechter zou oordelen dat dit rapport buiten beschouwing moet worden gelaten. Op grond van dit rapport en het rapport uit 2001 staat vast dat er causaal verband is tussen de klachten van benadeelde en het ongeval. Dat benadeelde arbeidsongeschikt is voor een functie bij haar voormalige werkgever betekent niet dat zij dus in zijn algemeenheid arbeidsongeschikt is. Het verzoek van Allianz tot benoeming van een arbeidsdeskundige wordt toegewezen. Omdat het verzoek inzake actieve medewerking aan schaderegeling onvoldoende is gemotiveerd wordt het afgewezen. Omdat niet duidelijk is of sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid wordt geen aanvullend voorschot toegewezen. Volgens de rechtbank was het voor benadeelde redelijk om buitengerechtelijk kosten en deelgeschilprocedurekosten te maken en is de hoogte van de kosten (inclusief het uurtarief van € 294,-) redelijk. Allianz wordt veroordeeld in deze kosten.
Meestal wordt een deelgeschil door de benadeelde aanhangig gemaakt, hier heeft de verzekeraar dat gedaan. De rechtbank heeft vele knopen doorgehakt, waarmee de onderhandelingen een effectief vervolg kunnen krijgen. Het valt niet mee om aan de conclusies van een voorlopig deskundigenbericht te ontkomen.