Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the broken-link-checker domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /home/p19396/domains/wetdeelgeschillen.info/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Vraag of er sprake is geweest van informed consent niet van belang: er is geen schade (en er was ook geen deelgeschil trouwens…) – Wet Deelgeschillen

Vraag of er sprake is geweest van informed consent niet van belang: er is geen schade (en er was ook geen deelgeschil trouwens…)

Kantonrechter Zeeland 9 februari 2017
69-jarige verzoeker stelt dat hij niet voldoende is geinformeerd over mogelijke complicatie bij prostaatoperatie. Medicus ontkent dat. Rechter overweegt dat er geen sprake is van een deelgeschil, dat (nog) niet duidelijk is of informatie voldoende was maar maar dat de operatie ook bij meer informatie zou hebben plaatsgevonden en dat er geen reden is om schade aan te nemen.
Verzoek Rechtbank
voor recht te verklaren dat [verweerster] gehouden is de volledige integriteitsschade, die [verzoeker] heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de prostaatoperatie op 20 februari 2014 aan [verzoeker] te vergoeden;  Indien zou komen vast te staan dat [naam 1] [verzoeker] niet voldoende heeft geïnformeerd, heeft het volgende te gelden.

3.7.5De inlichtingenplicht ex artikel 7:448 lid 1 BW hangt nauw samen met de vereiste toestemming van de patiënt, die is neergelegd in artikel 7:450 BW, voordat met een onderzoek of behandeling kan worden aangevangen. Beide artikelen strekken ertoe een patiënt in staat te stellen goed geïnformeerd te beslissen of hij al dan niet toestemming voor een behandeling zal geven (het zogenaamde “informed consent”). Als hiervan geen sprake is, is het aan de patiënt die vergoeding van schade vordert om vervolgens te stellen en zo nodig bewijzen dat indien hij voldoende was geïnformeerd, hij als redelijk handelende patiënt (objectieve maatstaf) in de gegeven omstandigheden niet zou hebben gekozen voor deze behandeling en/of dat hij om persoonlijke redenen (subjectieve maatstaf) niet voor deze behandeling zou hebben gekozen (HR 23 november 2001). Bij de beantwoording van de vraag of een redelijk handelende patiënt, als hij goed was voorgelicht, van de behandeling zou hebben afgezien, is van belang hoe groot het risico was, hoe de situatie zich zou hebben ontwikkeld zonder behandeling, of er redelijkerwijs minder risicovolle behandelingen waren en wat daarvan de kans op succes was.

3.7.6Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verzoeker] , mede in het licht van het gemotiveerde verweer, onvoldoende onderbouwd gesteld dat hij als redelijk handelende patiënt niet voor de behandeling had gekozen als hij voldoende was geïnformeerd.

 de schade te bepalen op € 10.000,00, exclusief wettelijke rente;
de door [verzoeker] gemaakte rechtsbijstandskosten te begroten conform artikel 1019aa van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en [verweerster] te veroordelen in die kosten.  De kantonrechter overweegt dat voormelde kosten dienen te voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 BW. Gelet op de aard en de complexiteit van de zaak is de kantonrechter van oordeel dat het gevorderde aantal bestede uren de dubbele redelijkheidstoets doorstaat. Immers, niet is gebleken dat [verzoeker] door zijn gemachtigde is bijgestaan in de tuchtrechtprocedure, dan wel dat daarvoor thans kosten in rekening worden gebracht. De besteedde uren zitten met name in studie en onderzoek, wat bij een dergelijk onderwerp niet ongebruikelijk kan worden geacht. De kantonrechter acht de besteding van 15 uren dan ook aanvaardbaar. Het gehanteerde uurtarief heeft [verweerster] niet (gemotiveerd) betwist en komt de kantonrechter ook niet onredelijk voor. De kantonrechter begroot de kosten van dit deelgeschil daarom op € 3.375,00 (exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw), te vermeerderen met het door [verzoeker] betaalde griffierecht van een bedrag van € 79,00.

Het verzoek leent zich niet voor een deelgeschil. omdat het geschil in volle omvang wordt voorgelegd. Desalniettemin beslist de kantonrechter over de zaak, kennelijk vanuit de gedachte dat partijen dan definitief ‘klaar’ zijn en niet meer de behoefte zullen krijgen om in bodemprocedure verder te gaan. Dat is een praktische afweging, maar horen eigenlijk de kosten van de verwerende partij niet gewoon vergoed te worden? Of zijn (mogelijk) aansprakelijken vogelvrij? Het maakt niet uit of wordt voldaan aan de voorwaarde van een deelgeschil, het maakt niet uit of de zaak geschikt is voor een deelgeschil.  Dat soort kosten horen voor het risico van partijen die aansprakelijk gesteld kunnen wordenVraag of er sprake is van Informed consent is niet van belang: er is geen schade….