Waardering deskundigenberichten als uitgangspunten VAV

Rechtbank Amsterdam, 31 mei 2018
Aanrijding in 2004 tussen fiets en bus. Sprake van 25% eigen schuld. Partijen twisten over de uitgangspunten in verband met het verlies aan verdienvermogen. GVB wil de orthopedische, neurologische, neuropsychologische en arbeidsdeskundige rapporten niet als uitgangspunt.
Verzoek Rechtbank
Verzoekster verzoekt de rechtbank te bepalen dat:

 (1) de deskundigenrapporten van (naam orthopedisch chirurg) , (naam neuropsychologe) , (naam neuroloog) en (naam registerarbeidsdeskundige) voor partijen hebben te gelden als uitgangspunt ter nadere vaststelling van de omvang van de aan het ongeval van 19 februari 2004 toe te rekenen schade,

 (1) De expertiserapporten dienen als uitgangspunt. Met uitzondering van de vroegtijdige slijtage m.b.t. de heupkom. Uit onderzoek is gebleken dat daar geen sprake van is. Door GVB niets ter onderbouwing aangevoerd dat rapporten niet onpartijdig, consistent, inzichtelijk of logisch zouden zijn.
(2) verzoekster in de situatie vóór het ongeval op een hoog intellectueel (WO) niveau functioneerde, (2) Voor het ongeval functioneerde verzoekster op hoog (WO) niveau. Zij haalde goede resultaten, ontplooide nevenactiviteiten, UWV heeft haar ingeschaald op hoogste niveau. Dat zij is begonnen als secretaresse doet niet af aan haar opleidingsniveau.
(3) verzoekster in de theoretische situatie zonder ongeval in arbeid zou hebben gefunctioneerd op WO niveau en/of althans in functies waarvoor een hoog intelligentieniveau was vereist en/of althans dat zij na 17 dienstjaren een eindloon van € 90.000,00 (peildatum 2007) zou hebben bereikt althans een eindloon zoals door de rechtbank te bepalen, (3) Verdiencapaciteit volgens rapport registerarbeidsdeskundige tussen € 60.000 en € 70.000 te bereiken na 15-20 jaar in de zorg. Indien werk in het bedrijfsleven werd gezocht, rond de € 90.000 per jaar. Uit het arbeidsverleden van verzoekster is geen aanknopingspunt te vinden waaruit blijkt dat zij op enig moment de stap naar het bedrijfsleven zou hebben gemaakt.

 Geen sprake van predispositie. Verzoekster is twee keer voor het ongeval naar de psycholoog geweest. Onvoldoende om predispositie aan te nemen.

(4) GVB de kosten van het geding dient te vergoeden. (4) 30 uur is redelijk tegen een uurtarief van € 235 waarin de eigen schuld al in is verwerkt. € 7.050,00 vermeerderd met griffierecht € 287,00.

Verzoekster aan het begin van haar carrière aangereden door een bus van het GVB. Zij werkte als secretaresse na een WO-opleiding. Bij berekening verlies aan verdienvermogen wordt uitgegaan van het WO-niveau van verzoekster, ondanks dat haar functie ten tijde van het ongeval nog niet op dat niveau lag.