Rechtbank Rotterdam, 11 juni 2021 | |
(Verzoeker) raakt te water, nadat hij tussen ponton en schip terecht is gekomen. Werkgever is aansprakelijk ex art. 7:658 BW | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank:
(1) voor recht te verklaren dat (verweerder) aansprakelijk is voor de schade die (verzoeker) heeft geleden als gevolg van het ongeval; |
Het staat vast (verzoeker) in het water is gevallen, nadat hij tussen het ponton en het schip is geraakt en dat dit heeft plaatsgevonden tijdens de uitoefening van de werkzaamheden. Onvoldoende is weersproken dat (verzoeker) hierbij geen letsel heeft opgelopen. Het zou gaan om zowel lichamelijk (kneuzingen) als psychisch letsel (PTSS). Het enkele feit dat er letsel en dus schade is, is voldoende. Volgens (verzoeker) was het donker en had hij geen enkel zicht op wat er gebeurde.
Werkgever heeft niet voldaan aan zijn zorg- en veiligheidsverplichtingen. Slechts in algemene termen heeft (verweerder) aangevoerd dat er voldaan is aan de zorgplicht. Het specifieke deel – hoe en op welke wijze er voldaan is aan de zorgplicht – is niet concreet naar voren gekomen. Ook is het onduidelijk of er t.a.v. de betreffende werkplek een RI&E was. Verder zijn er ook bepaalde stukken niet aangeleverd, zodat de rechter niet kan beoordelen of (verweerder) dan wel heeft voldaan aan haar zorgverplichting. |
(2) de kosten te begroten en (verweerder) te veroordelen in deze kosten. | Verzoek = € 6.240,29. Verweer ziet op het zich niet lenen voor het deelgeschil. Dat verweer gaat gelet op het bovenstaande niet op. Begroting conform verzoek. Het gehanteerde uurtarief is redelijk, het aantal bestede uren is in overeenstemming met de aard en complexiteit van het geschil. Aansprakelijk is gegeven en dus een veroordeling. |
Bijzondere zaak, waarbij partijen nu toekomen aan schadebehandeling en -regeling. Gelet op hetgeen in de procedure naar voren is gekomen omtrent letsel, schade en AO, zal er wellicht nog de nodige discussie in het dossier blijven.