Werkgever heeft voldaan aan zorgplicht nu zij niet hoefde te waarschuwen; aansprakelijkheid afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Eiseres werkt bij verweerster (o.a. als medewerkster bezoekerscentrum). Eiseres is ten val gekomen toen zij bij het bezoekerscentrum heen en weer liep om circa 50 rugzakken naar buiten te verplaatsen. De rechtbank acht de Stichting niet aansprakelijk, omdat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht. De rechtbank begroot de kosten.
Verzoek Rechtbank
Eiseres verzoekt de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

(1) voor recht te verklaren dat verweersters hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het door eiseres overkomen ongeval;

Vaststaat dat eiseres in de uitoefening van haar werk schade heeft geleden. Daarmee is de Stichting in beginsel aansprakelijk, tenzij zij aantoont dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan.

In uitzonderlijke situaties wordt de garderobe gebruikt om spullen van bezoekers op te slaan. Dit komt dus sporadisch voor. Daarom heeft de Stichting geen expliciete instructies opgesteld voor de manier van handelen van haar medewerkers in een dergelijke situatie.

Het naar buiten dragen van de rugzakjes vereist geen specifieke waarschuwing of instructies en is op zichzelf geen risicovolle bezigheid. Het gevaar van struikelen over de rugzakjes die al op de plek lagen, is een gevaar dat algemeen bekend verondersteld mag worden. Daarnaast mocht van eiseres enige oplettendheid worden verwacht om een dergelijk gevaar te voorkomen. De rondslingerende rugzakjes waren duidelijk zichtbaar. Desondanks heeft eiseres er zelf voor gekozen om met 3 rugzakken in iedere hand naar buiten te lopen en dit gehaast te doen. De door eisers aangedragen omstandigheid van onderkoeling van de bezoekers is onvoldoende gemotiveerd.

Er is volgens de rechtbank sprake van een huis-tuin- en keukenongeval door een combinatie van onoplettendheid, pech en de afwegingen die eiseres zelf heeft gemaakt. De Stichting behoefde eiseres niet te waarschuwen. Gelet daarop is de Stichting niet aansprakelijk voor de door eiseres geleden schade.

(2) voor recht te verklaren dat verweersters gehouden zijn tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten; Nu de Stichting niet aansprakelijk is, komt deze vordering niet voor toewijzing in aanmerking.
(3) de kosten te begroten op een bedrag van € 17.114,24 (26 uur tegen € 544,-) en verweersters hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder de advocaatkosten en het griffiegeld. De rechtbank acht een urenaantal van 21 en een uurtarief van € 272,- redelijk. De rechtbank begroot de kosten daarom op een bedrag van € 7.410,52 (inclusief het vastrecht). Het verzoek om verweersters in de kosten te veroordelen wordt afgewezen, nu de aansprakelijkheid niet vast is komen te staan.