Rechtbank Noord-Holland 27 januari 2016 | |
|
|
Verzoek | Rechtbank |
[de werknemer] verzoekt voor recht te verklaren dat Succes als werkgever aansprakelijk is voor het op 30 juni 2011 aan [de werknemer] overkomen arbeidsongeval en daarmee aansprakelijk is voor alle daaraan toe te rekenen schade van [de werknemer] |
De toedracht van het ongeval is op zitting niet meer betwist. Kantonrechter neemt als vaststaand aan dat het ongeval eruit bestaat dat [de werknemer] op 30 juni 2011 tijdens het verrichten van haar schoonmaakwerkzaamheden in een gebouw van de Universiteit van Amsterdam, tegen een glazen wand is aangelopen, dat zij door de botsing met die wand onwel is geworden en (later) als gevolg van de botsing is flauwgevallen.
De kantonrechter overweegt dat Succes (de werkgever) haar zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW heeft geschonden, nu zij de locatie waarin de arbeid werd verricht niet op zodanige wijze heeft ingericht en niet alle maatregelen heeft getroffen als redelijkerwijs nodig was om te voorkomen dat [de werknemer] schade zou lijden in de uitoefening van haar werkzaamheden. Volgens artikel 3.11 lid 4, aanhef en onder a, van het Arbeidsomstandighedenbesluit moeten transparante of lichtdoorlatende wanden van arbeidsplaatsen, voor zover mogelijk in verband met de aard van de arbeidsplaats, duidelijk gemarkeerd zijn. De glazen wand in deze kwestie was niet voorzien van enige markering. Schending verplichting artikel 3.11 lid 4, aanhef en onder a, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Daaruit volgt ook dat Succes in dit geval haar zorgplicht heeft geschonden. Dat het ongeval heeft plaatsgevonden in een gebouw van de Universiteit van Amsterdam en dat Succes geen zeggenschap heeft over dat gebouw en het aanbrengen van markeringen in een glazen wand in dat gebouw (simpele en goedkope veiligheidsmaatregel), zoals zij stelt, doet niet af aan de schending van de zorgplicht. Nu Succes als werkgever [de werknemer] schoonmaakwerkzaamheden heeft laten verrichten op de betreffende locatie en die locatie destijds – blijkens de toelichting van Succes op de zitting – een vast schoonmaakproject was van Succes, kon van haar gevergd worden dat zij vooraf een inventarisatie verrichtte van de aan die werkzaamheden verbonden veiligheidsrisico’s. Succes heeft op 5 april 2011 op de betreffende locatie een onderzoek gedaan naar die veiligheidsrisico’s, waaruit blijkt dat zij een dergelijke inventarisatie zelf ook nodig èn mogelijk achtte. Bij die inventarisatie is kennelijk niet onderkend dat de glazen wand niet van een markering was voorzien. Succes heeft verder het standpunt ingenomen dat het treffen van veiligheidsmaatregelen ook niet van haar gevergd kon worden (normale oplettendheid werknemer). Het had werknemer moeten opvallen dat sprake was van een glazen wand, zeker nu zij al anderhalve week werkzaam was op de betreffende locatie. De kantonrechter deelt dit standpunt van Succes niet. Bij de beantwoording van de vraag welke maatregelen in het licht van een specifiek veiligheidsvoorschrift in het Arbeidsomstandighedenbesluit redelijkerwijs van een werkgever mochten worden gevergd, kan geen (beslissende) betekenis toekomen aan de voorzichtigheid die mocht worden verwacht van een werknemer in een situatie die niet in overeenstemming was met de genoemde veiligheidsvoorschriften (HR 13 juli 2007, ECLI:NL: HR:2007:BA7355; NJ 2008/464 (Van Veghel/Hendriks Bouwbedrijf Oss B.V.)). De werkgever moet rekening houden met het algemene ervaringsfeit dat ook in het werk ervaren en met de desbetreffende werkomstandigheden bekende werknemers niet steeds de noodzakelijke voorzichtigheid in acht zullen nemen. Het achterwege laten van maatregelen of aanwijzingen die redelijkerwijs nodig zijn teneinde schade voor de werknemer als gevolg van onveilige arbeidsomstandigheden te voorkomen kan dan ook niet gerechtvaardigd worden enkel met een beroep op hetgeen van een werknemer mag worden verwacht ten aanzien van het in acht nemen van de noodzakelijke voorzichtigheid in dergelijke omstandigheden. De conclusie van het voorgaande is dat Succes op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is voor de schade van [de werknemer] als gevolg van het ongeval op 30 juni 2011. |
Daarnaast verzoekt [de werknemer] Succes te veroordelen tot betaling van € 4.887,75 aan kosten van dit geding. | [de werknemer] maakt aanspraak op een bedrag van € 4.887,75, terwijl Succes een bedrag van maximaal € 4.000,00 redelijk vindt. De kantonrechter begroot de kosten gelet op de aard en de complexiteit van de zaak in redelijkheid op een bedrag van € 4.086,13, te weten uitgaande van 12.5 uur en een uurtarief van € 250,00, met een opslag voor kantoorkosten van 6% en vermeerderd met 21% btw en € 78,00 aan griffierechten. |
Tja, daar gaat de moderne en lichte kantoorarchitectuur…..glazen wanden moeten plakkers en markeringen hebben, anders is de werkgever aansprakelijk. Uiteindelijk schade dan toch af te wentelen op de Universiteit…? Daar is het immers ook een arbeidsplaats? Wat zou de Universiteit nu precies zeggen als een schoonmaakbedrijf markeringen op zo’n glazen wand aangebracht wil hebben..? Allemaal praktische vragen die niet afdoen aan dit huis-tuin-en-keuken ongeval, want wie is nu niet een keer tegen iets onverwachts aangelopen…. De werknemer die dat doet kan in ieder geval zijn werkgever aanspreken.