rechtbank Den Haag, sector kanton 23 maart 2021 | |
Werknemer raakt besmet door TBC. De stelling is dat werkgever werknemers vaccinatie had moeten aanbieden en/of meer screening had moeten laten plaastvinden. | |
Verzoek | Rechtbank |
voor recht te verklaren dat Parnassia en Centramed jegens [verzoekster] aansprakelijk zijn voor alle door [verzoekster] geleden en te lijden materiële en immateriële schade, als gevolg van de tuberculose die [verzoekster] opliep bij haar werkzaamheden, en | hoewel het primaire verweer van de aangesproken partij niet vast staat dat de besmetting tijdens het werk is opgelopen lijkt de rechtbank die bocht wel te willen nemen. De werkgever heeft echter conform alle gebruikelijke richtlijnen gewerkt en is om die reden niet aansprakelijk. |
Parnassia c.s. te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten van deze procedure van € 7.695,60 voor het entameren van dit deelgeschil dan wel subsidiair € 3.847,80 althans een in goede justitie te bepalen bedrag; | de rechtbank begroot de totale kosten op op (12 uur x € 265,00 + 21% btw + € 240,00 griffierecht) € 4.087,80. De verzoekende partij had nog gevraagd om verhoging van dat tarief vanwege een nop cure, no pay-achtige afspraak maar de rechtbank meent dat een dergelijke afspraak nooit te laste van de aansprakelijke kan komen. |
Voor zover ons bekend is dit de eerste keer dat de vraag of een verhoging van kosten in verband met een resultaatsgerelateerde beloning voor rekening gebracht kan worden van de aansprakelijke. De rechtbank is daar helder over:
De verzochte vermeerdering van het honorarium op basis van de met de gemachtigde gemaakte ‘no cure no pay’ afspraak komt niet voor begroting (en vergoeding) in aanmerking. Afspraken als de onderhavige leiden tot een vermeerdering van de proceskosten waar geen daadwerkelijke werkzaamheden tegenover staan. Een dergelijke kostenvermeerdering voldoet per definitie niet aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 Rv en kan dan ook niet ten laste worden gebracht van de aansprakelijke partij. Een dergelijke kostenvermeerdering komt dan ook nooit op grond van artikel 1019aa Rv voor begroting in aanmerking.