Geen aansprakelijkheid voor automobilist voor aanrijding met scooter bij parkeervak
Automobilist stond op het punt om een parkeerplaats op te rijden. Daarvoor maakte de automobilist gebruik van de richtingaanwijzer, naar links. Minderjarige op scooter dacht er nog snel voorbij te kunnen gaan met de bromfiets, wat mislukte. Een aanrijding is het gevolg, waarbij de bromfietser in de linkerflank van de auto rijdt. Automobilist is niet aansprakelijk voor het ontstaan van het ongeval.
15-jarige maaltijdbezorger gewond bij scooterongeval; werkgever aansprakelijk wegens onvoldoende toezicht en veiligheidsmaatregelen
Een 15-jarige bezorger raakte gewond bij een scooterongeval tijdens werktijd. De rechtbank oordeelde dat de werkgever zijn zorgplicht had geschonden en dus aansprakelijk is, omdat verzoeker op basis van wetgeving en zijn leeftijd geen maaltijden mocht bezorgen met een scooter en er onvoldoende toezicht en veiligheidsmaatregelen waren getroffen.
Congregatie niet ontvankelijk na verkeersongeval zuster: schade door vervanging geldt niet als letselschade van de benadeelde
Zuster liep ernstig hersenletsel op bij een verkeersongeval. Haar congregatie vorderde vergoeding van vervangingskosten. De rechtbank oordeelt dat de congregatie geen benadeelde is in de zin van art. 1019w Rv en daarom niet-ontvankelijk is; de schade betreft haar eigen vermogensschade, niet die van de zuster.
Geen aansprakelijkheid voor explosie bij ontruiming; [VERHUISBEDRIJF] niet aansprakelijk voor schade
Tijdens een gedwongen ontruiming in Dordrecht veroorzaakte de bewoner een explosie waarbij de uitzendkracht van het verhuisbedrijf letsel opliep. De uitzendkracht stelde dat het verhuisbedrijf onvoldoende veiligheidsmaatregelen had genomen en vorderde vergoeding van zijn schade en kosten. De rechtbank oordeelde dat dergelijke incidenten uitzonderlijk zijn en niet voorzienbaar waren voor het verhuisbedrijf, waarop geen aanvullende maatregelen van het bedrijf verlangd konden worden. Het verzoek tot het aansprakelijk verklaren van het verhuisbedrijf is daarom afgewezen.
Docent schendt zorgplicht bij tackle tijdens rugbyles: school en verzekeraar aansprakelijk voor letselschade mbo-studente
Een mbo-studente raakte gewond tijdens een les tackelen (in het kader van een rugby module), omdat de docent haar verkeerd tackelde. De rechtbank oordeelde dat de docent zijn zorgplicht schond door onvoldoende veilige omstandigheden te waarborgen. De school en verzekeraar zijn aansprakelijk voor de schade. De kosten worden begroot en het verzoek wordt toegewezen.
Bedrijfsuitje met e-step leidt tot blijvend letsel: werkgever aansprakelijk vanwege niet voldaan aan zorgplicht
Tijdens een bedrijfsuitje georganiseerd door de werkgever valt een werknemer met een elektrische step en loopt daarbij blijvend letsel op. De kantonrechter oordeelt dat het uitje in voldoende nauw verband staat met het werk en daarmee onder de reikwijdte van art. 7:658 BW valt. Omdat de werkgever onvoldoende veiligheidsmaatregelen trof en onvoldoende instructies gaf, is de zorgplicht geschonden. De werkgever is aansprakelijk voor de schade.
“Rechtbank verlaagt uurtarief belangenbehartiger in letselschadezaak naar € 120,- per uur.
De kantonrechter oordeelt over een redelijkheid van het gehanteerde uurtarief van € 185,- in een letselschadezaak. De belangenbehartiger heeft een academische opleiding afgerond, maar geen specifieke opleiding in de personenschade. Ook is hij geen lid van het NIVRE of een andere beroepsvereniging en beschikt hij niet over een keurmerk. Het gevorderde uurtarief van €185 wordt daarom te hoog geacht. De kantonrechter oordeelt dat een uurtarief van € 145,20,- per uur (inclusief btw) redelijk is.
Deelgeschil na verkeersongeval: geen aanvullend voorschot voor moeder, beperkt voorschot en gematigde kostenvergoeding voor zoon
Na een verkeersongeval erkende de verzekeraar aansprakelijkheid. Moeder en zoon vroegen een voorschot op de schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat het causaal verband tussen de gestelde klachten en het ongeval onvoldoende is onderbouwd, mede door gebrek aan onafhankelijk medisch onderzoek en mogelijke pre-existente factoren. Daarom werd het gevraagde voorschot (grotendeels) afgewezen. Alleen voor de zoon werd een klein smartengeldbedrag toegekend.
Dodelijk incident bij GGZ-instelling: rechtbank acht GGZ-instelling niet aansprakelijk voor het incident
Een patiënt in een gesloten GGZ-instelling is overleden na een vluchtpoging waarbij hij via een voetbaltafel over de muur van de patio klom en in de gracht terechtkwam. De nabestaande stelde dat de instelling tekortgeschoten was in toezicht en zorg, en dat de muur gebrekkig was. De rechtbank oordeelde dat de GGZ-instelling handelde volgens de HIC-methodiek met passend toezicht (15 minuten oogcontact) en dat er geen concrete aanleiding was voor verscherpt toezicht. Het gedrag van de patiënt (slepen met meubels, uiten dat hij weg wilde) was kenmerkend voor zijn ziektebeeld en niet te duiden als een vluchtpoging. Ook voldeed de muur aan de eisen: een hoogte van 3,34 meter is voldoende, eerdere incidenten waren uitzonderlijk. Conclusie: geen medische onzorgvuldigheid, geen onrechtmatig handelen, geen gebrekkige opstal.
Bewoonster nieuwbouwwoning mishandelt schilder. Hoofdaannemer, onderaannemer en bewoonster hoofdelijk aansprakelijk.
Verzoeker is zelfstandig schilder en werd door de hoofdaannemer (verweerster 1) en onderaannemer (verweerster 3) ingeschakeld om herstelwerkzaamheden aan kozijnen uit te voeren in een nieuwbouwwoning. Bewoonster (verweerster 5) viel verzoeker fysiek aan, waardoor verzoeker fysieke en psychische schade heeft opgelopen. Zowel de hoofdaannemer, onderaannemer als de bewoonster zijn jegens verzoeker hoofdelijk aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval.
