Rechtbank Rotterdam, 6 april 2021 | |
Verzoeker is op zijn mountainbike aangereden door een auto. Hij brak daarbij twee handwortelbeentjes. Hij stelt sinds de aanrijding naast polsklachten ook onder meer hoofpijn en nek-, rug-, schouder- en cognitieve klachten te hebben.
Er heeft een orthopedische en een neurologische expertise en een NPO plaatsgevonden. Daaruit volgt dat de polsklachten inderdaad door het ongeval komen. Als het gaat om de overige klachten roept de rapportage van de neuroloog vooral veel vragen op. |
|
Verzoek | Rechtbank |
De rechtbank wordt verzocht:
1. het bestaan van de klachten en het causaal verband tussen de klachten en het ongeval vast te stellen; |
De conclusie van de neuroloog dat er sprake is van schedel-hersenletsel door het ongeval vindt de rechter het niet logisch volgen uit zijn bevindingen. Hierover zijn aanvullende vragen gesteld, maar de antwoorden daarop hebben dit niet duidelijker gemaakt.
De neuroloog neemt aan dat verzoeker met zijn hoofd op straat is gevallen gezien de aard van het ongeval en het door verzoeker beschreven hoofdletsel en amnesie na het ongeval. De rechtbank vindt dit onvoldoende om de getrokken conclusie te onderbouwen. Daarbij speelt mee dat verzoeker in de eerste jaren na het ongeval nooit heeft verklaard op zijn hoofd te zijn gevallen of letsel aan zijn hoofd te hebben opgelopen. Dat dit wel zo zou zijn blijkt verder nergens uit. |
2. de proceskosten te begroten op € 11.282,04 en verweerster te veroordelen tot betaling daarvan. | Het gehanteerde uurtarief (€ 240,00 exclusief 5% kantoorkosten en 21% btw) is niet onredelijk. Het aantal bestede uren (37) wel. 27 uur in totaal zou genoeg moeten zijn.
De kosten worden begroot op € 8.232,84 (inclusief 5% kantoorkosten en 21% btw) en € 304,00 voor het betaalde griffierecht. Aansprakelijkheid is erkend, dus verweerster moet dit betalen. |
Over kantoorkosten wordt erg wisselend beschikt…