Verzoekster liep bij een aanrijding met een stadsbus ernstig letsel op. Er is geprobeerd de zaak te regelen, maar partijen zijn het niet eens geworden. Nu wordt de rechtbank verzocht zich uit te laten over de omvang van de zorgschade. De rechtbank meent dat de zaak zich niet leent voor een deelgeschil en wijst de verzoeken af.
Door getuigen komt vast te staan dat snelheid automobilist lager is dan ter plaatse is toegestaan en - ook in de visie van de rechtbank - aangepast aan de omstandigheden ter plaatse. Fietser reed zonder snelheid te verminderen en met vrij hoge snelheid zonder voorrang te verlenen in de zijkant van de auto. Overmacht aan de zijde van automobilist.
Op 1 mei 2022 zijn verzoekers betrokken geraakt bij een verkeersongeval op een fietspad. Zij liepen naast elkaar aan de rechterzijde van het fietspad. Zij zijn van achteren aangereden door een snorfiets. De verzekeraar van de snorfiets is bereid om 50% van de schade te vergoeden. Het verzoek aan de rechtbank is om het vergoedingspercentage bij te stellen naar 100%. De rechtbank stelt het percentage bij naar 85% en laat 15% voor rekening komen van verzoekers.
Verzoeker is als voetganger door een snorfietser aangereden (hij liep op het fietspad, bij gebrek aan trottoir). Beide partijen hebben aan die aanrijding letsel overgehouden. Over de precieze toedracht wordt getwist. Verweerster heeft na een ongeval aansprakelijkheid erkend, waarbij geen voorbehoud is gemaakt voor eigen schuld. Bijna twee maanden later laat verweerster weten dat de verkeerde standaardbrief is gestuurd, en dat het standpunt is dat op grond van art. 185 WVW aansprakelijkheid wordt erkend, maar er sprake is van 50% eigen schuld.
Verzoeker stond op het laaddock waar de vrachtwagen wilde aanleggen aanwijzingen te geven door met zijn hand te ‘waven’. De chauffeur is naar achteren gereden en [verzoeker] is met zijn linkerarm bekneld geraakt tussen de deurpost van de laad- en losruimte en de vrachtwagen. [Verweerster sub 1] exploiteert een slachterij. [verweerster sub 2] is een uitzendonderneming. [verweerster sub 3] is een horecaleverancier. Nationale Nederlanden is de WAM-verzekeraar van [verweerster sub 3]. Verzoeker heeft hen allen (hoofdelijk) aansprakelijk gesteld.
Rechtbank Rotterdam 30 september 2022 Verzoekster wil € 22.500,– in plaats van € 5.000,– smartengeld..De rechtbank maakt er € 7.500,– van …en dat kost dan ook nog ruim € 6.000,–. Verzoek Rechtbank Unigarant te veroordelen tot betaling van een vergoeding…