Deelgeschil letselschade. Afwijzing verzoeken. Meerdere aanrijdingen, meerdere verzekeraars. Geen aanvullend voorschot en geen vergoeding buitengerechtelijke kosten. Verzoeken onnodig en onterecht ingesteld.
Verzoekster is op 12 juni 2014 betrokken geweest bij een achteropaanrijding en stelt als gevolg daarvan arbeidsongeschikt te zijn. Crawford heeft de aansprakelijkheid voor het ontstaan van het ongeval erkend.
Het geschil ziet op het bestaan van een causaal verband tussen de gestelde klachten en het ongeval en de vraag of een aanvullend voorschot redelijk is. De rechtbank wijst het verzoek af.
Verzoeker is in juni 2014 en september 2014 meerdere malen door verschillende artsen gezien. Op 4 september 2014 wordt op een MRI-scan een herseninfarct gediagnostiseerd. Verzoeker heeft het ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor de schade die hij lijdt als gevolg van de tekortkomingen in de medische behandelingsovereenkomst door het ziekenhuis in juni 2014 en september 2014. Hoewel de rechtbank tot de conclusie komt dat op 2 momenten sprake is van tekortkomingen aan de zijde van het ziekenhuis, kan een causaal verband (nog) niet worden aangenomen.
Verzoek leent zich niet voor behandeling in een deelgeschilprocedure; beantwoording van de rechtsvraag zal veel tijd in beslag nemen omdat uitvoerige bewijslevering nodig is nu bijna elk onderdeel van de zaak tussen partijen in geschil is. Afwijzing op grond van artikel 1019z Rv.
Verzoeker was tijdens zijn werk als maaltijdbezorger per scooter betrokken bij een verkeersongeval. Daarbij liep hij letsel op. Hij stelt zijn werkgever aansprakelijk.
Verzoeker heeft letselschade opgelopen bij een frontale botsing. Verzoeker heeft nadien zelf een rekenbureau ingeschakeld, met eenzijdig geformuleerde uitgangspunten, voor de schade in de sfeer van het VAV over ’21 en ’22.