Categorie Medische aansprakelijkheid

Geen ernstige bezwaren tegen deskundigenrapport; partijen zijn gebonden aan het oordeel van de gezamenlijk ingeschakelde deskundige

Verzoeker is in 2010 aan een nekhernia geopereerd. Op enig moment is hij vanwege toenemende pijnklachten onderzocht door een neuroloog en bleek nog steeds sprake te zijn van een beknelling van zijn nek. Op 29 februari 2012 is verzoeker geopereerd . Op 6 april 2012 heeft er een hersteloperatie plaatsgevonden vanwege uitval in de rechterschouder en hypersensitiviteit in het dermatoom C6.  Daarbij is een schroef is verwijderd, een schroef is herplaatst en een schroef is vervangen door een haakje.  De gebruikte schroeven hadden een lengte van 20 mm. De door partijen ingeschakelde deskundige, dr. Bouma, komt tot de conclusie is dat er onzorgvuldig is gehandeld doordat er schroeven van 20 mm zijn gebruikt. De rechtbank oordeelt dat niet is gebleken van ernstige bezwaren tegen het rapport van dr. Bouma. SMK is aansprakelijk voor de gevolgen van het medisch onzorgvuldig handelen. 

Tekortkoming in medische behandelingsovereenkomst; causaal verband tussen tekortkoming en schade staat niet vast

Verzoeker is in juni 2014 en september 2014 meerdere malen door verschillende artsen gezien. Op 4 september 2014 wordt op een MRI-scan een herseninfarct gediagnostiseerd. Verzoeker heeft het ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor de schade die hij lijdt als gevolg van de tekortkomingen in de medische behandelingsovereenkomst door het ziekenhuis in juni 2014 en september 2014. Hoewel de rechtbank tot de conclusie komt dat op 2 momenten sprake is van tekortkomingen aan de zijde van het ziekenhuis, kan een causaal verband (nog) niet worden aangenomen.

Geen doorverwijzing naar specialist bij uitslag ‘dubieus’ leidt tot aansprakelijkheid.

Verzoekster heeft zich bij  verweerder (de huisartsenpost) gemeld met o.a. pijn op de borst en benauwdheid. Ondanks dat uit de D-dimeertest de uitslag 'dubieus' kwam, werd verzoekster naar huis gestuurd. Twee dagen later bezocht verzoekster haar eigen huisarts, die haar met spoed naar de spoedeisende hulp heeft verwezen, waar longembolieën werden geconstateerd. De kantonrechter oordeelt dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door verzoekster niet direct door te verwijzen naar een specialist. Kosten deelgeschil toegewezen als verzocht.

Medisch onzorgvuldig handelen leidt tot deelgeschil over een aanvullend voorschot van €1.500.000

Ouders [minderjarige betrokkene] hebben EMC aansprakelijk gesteld voor medisch onzorgvuldig handelen. Uitgangspunt uit deelgeschilbeschikking van 14 december 2018 is dat EMC voor 50% van de schade aansprakelijk is. Ouders verzoeken een aanvullend voorschot aan [minderjarige] ter hoogte van € 1.500.000,00. De rechtbank oordeelt dat er op dit moment onvoldoende onderbouwing is voor de omvang van de schade, waardoor het aanvullend voorschot op dit moment niet toewijsbaar is.

Ziekenhuis niet aansprakelijk voor het geven van onjuiste informatie waarna ouders een abortus lieten uitvoeren

Begin ‘09 werd de minderjarige zoon van verzoekers geboren, met helaas de nodige afwijkingen. Enige tijd later werd daarnaast uitgebreide hersenschade geconstateerd. Bij de volgende zwangerschap – eind ’10 – hebben verzoekers een abortus laten uitvoeren. Verzoekers stellen dat het ziekenhuis hen ten onrechte heeft voorgehouden dat de hersenbeschadiging van de minderjarige zoon te wijten is aan een erfelijke aandoening en dat zij op basis van deze onjuiste informatie een abortus hebben laten uitvoeren. De rechtbank wijst het verzoek af.

Gemiste uitslag in patiëntendossier resulteert in (ongeneeslijke) leverkanker, deelgeschil over begroting smartengeld

In augustus 2010 is [verzoekster] door haar huisarts doorverwezen naar het Sint Jans Gasthuis te Weert (hierna: het ziekenhuis). In het ziekenhuis is nader onderzoek verricht. De uitkomst van het bloedonderzoek was dat er sprake was van een positieve hepatitis C uitslag. Deze uitslag is (ongelezen) aan het patiëntendossier van [verzoekster] toegevoegd. In de periode 2010 t/m 2020 zijn verschillende vervolgafspraken en periodieke controles uitgevoerd. In 2020 is [verzoekster] door haar huisarts wederom naar het ziekenhuis verwezen. Naar aanleiding van de uitslag van een CT-scan en MRI-scan is bij [verzoekster] in februari 2021 de diagnose “levercirrose” en “(ongeneeslijke) leverkanker” gesteld. Bij bestudering van het medisch dossier van [verzoekster] door de nieuwe internist is er in het elektronisch patiëntendossier van [verzoekster] een positieve uitslag voor hepatitis C van 17 september 2010 ontdekt. Hoogstwaarschijnlijk is deze onbehandelde hepatitis C de oorzaak van de levercirrose en leverkanker. Deze uitslag is eerder niet door de behandelaar(s) gesignaleerd. Op 5 maart 2021 heeft [verzoekster] het ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van de gemiste positieve uitslag voor hepatitis C. MediRisk heeft middels haar schrijven van 11 mei 2021 aansprakelijkheid erkend “voor het missen van de juiste diagnose in 2010, waardoor niet de juiste behandeling is ingezet”. MediRisk is vervolgens overgegaan tot betaling van een voorschot op de schade.