Rechtbank Gelderland, 8 november 2021 | |
(Verzoeker) ontvangt een AOV-uitkering en een schadevergoeding; (verweerder) wil overgaan tot verrekening ex art. 6:100 BW. AOV heeft gemengd karakter, zowel aspecten van schade- als sommenverzekering. Geen voordeel verrekening | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank:
(1) Voor recht te verklaren dat de AOV-uitkering die (verzoeker) heeft ontvangen, niet verrekend mag worden met de schadevergoeding; |
(Verzoeker) meent dat er sprake is van een schadeverzekering, (verweerder) meent dat er sprake is van een sommenverzekering. De rechtbank meent dat er sprake is van een gemengd karakter; noch een zuivere schade-, noch een zuivere sommenverzekering.
De AOV heeft onder meer ten doel het verstrekken van periodieke uitkeringen bij AO. Het inkomen dat verzekerde bij AO nog kan verdienen, speelt een rol. Er is echter geen directe koppeling tussen daadwerkelijke inkomensverlies en de mate van AO van verzekerde. Voor de hoogte van de uitkering is doorslaggevend de mate van AO, welke wordt vastgesteld door een arts. Verrekening is niet redelijk, aldus de rechter. Onduidelijk is en blijft op welke wijze (verzoeker) in een voordeligere positie terecht zou komen. (Verzoeker) heeft voorts zelf premie afgedragen (d). Aansprakelijkheid is gedekt door een verzekering (e). Het betreft een aansprakelijkheid o.b.v. schuld (f). |
(2) (verweerder) te veroordelen tot betaling van € 8.361,21 aan BGK; | Er zijn nog de nodige, bestaande geschilpunten die logischerwijs invloed hebben op de omvang van de BGK. Dat er al een aanzienlijk bedrag aan BGK is betaald, kan niet tot de conclusie leiden dat er sprake is van een wanverhouding. Het gevorderde is redelijk, de rechtbank wijst het verzoek toe. |
(3) De kosten van deelgeschil te begroten en (verweerder) te veroordelen in deze kosten. | Verzoek = 49 uur x € 230,– x 21% BTW. Verder moet er nog tijd bij voor reistijd, mondelinge behandeling en nabespreking.
De rechtbank acht een tijdsbeding van 30 uur in overeenstemming met de redelijk. Daar komt nog 15 uur aan tijd bij voor reistijd, (voorbereiding) mondelinge behandeling (o.a. opstellen pleitnota) en nabespreking. Totaal = 45 uur. (Verweerder) wordt veroordeeld in de kosten |
Overzichtelijke uitspraak waarbij de stappen uit het arrest Verhaeg/Jenniskens worden besproken. Opvallend is toch wel het aanzienlijke bedrag voor zowel de BGK als voor de kosten van het deelgeschil. Het lijkt inderdaad te gaan om een omvangrijk dossier, maar of een bedrag van 45 uur rechtvaardig is, is – gelet ook op de vele kosten die al gemaakt zijn – nog maar de vraag.