Verzoeker vorderde schadevergoeding voor studievertraging die hij zou hebben opgelopen door een hersenschudding als gevolg van mishandeling door verweerder. De rechtbank stelde vast dat er een causaal verband is tussen de mishandeling en de hersenschudding, maar vond onvoldoende bewijs voor het verband tussen het letsel en een jaar studievertraging. De rechtbank oordeelde dat het niet halen van twee tentamens kort na het incident niet automatisch leidde tot een jaar vertraging, omdat verzoeker niet kon aantonen dat hij in latere studiejaren hinder ondervond van het letsel.
De zaak betreft een aanrijding tussen een motorfiets en een fiets, waarbij de fietser ([verzoeker]) schade heeft geleden. [Verzoeker] wilde in een deelgeschilprocedure de aansprakelijkheid van [verweerder] (de bestuurder van de motorfiets) laten vaststellen, de schadevergoeding vaststellen, en de toedracht van het ongeval laten beoordelen. Dat wordt afgewezen.
Verzoekster komt ten val in een parkeergarage. Ze zou zijn uitgegleden vanwege een plas water/olie. De rechtbank komt tot de conclusie dat de Gemeente – eigenaar/exploitant – hiervoor niet aansprakelijk is.
Verzoeker is in 2019 in de auto aangereden door een tram. De aansprakelijkheid is door VGA erkend. Partijen twisten over de vraag of de aanhoudende nek- en rugklachten ongevalsgevolg zijn. De rechtbank oordeelt dat op basis van het rapport van de neuroloog vaststaat dat sprake is van een plausibel klachtenpatroon. Een alternatieve verklaring voor de klachten is niet aannemelijk. De door VGA c.s. aangevoerde omstandigheden (de zorgen over de kinderloosheid van verzoeker en het gemis van zijn ouders) hebben niet eerder tot arbeidsongeschiktheid geleid, zodat dit geen alternatieve verklaring oplevert. Omdat er nog geen medische eindtoestand is bereikt en er (mogelijk) verbetering mogelijk is, geldt de verklaring voor recht tot en met september 2025.
Aanrijding auto vs. voetganger, waarna in de schaderegeling een psychiatrische expertise wordt opgestart. De psychiater stelt dat sprake is van stoornis in alcoholgebruik en neurocognitieve stoornis door alcohol. Een relatie met het ongeval wordt niet aangenomen, er was al een stoornis in gebruik van alcohol voor het ongeval. De rechtbank meent dat partijen niet gebonden zijn aan dit rapport.
Vlak voor het ongeval stak fietser het kruispunt over. Motor kon fietser niet meer ontwijken, waarna zij beiden ten val kwamen. Aansprakelijkheid van fietser aangenomen, nu zij door rood reed. Eigen schuld van 20% aan de zijde van verzoeker doordat hij onvoldoende heeft geanticipeerd op de situatie. Geen aanleiding tot een nadere billijkheidscorrectie.
Aanrijding tussen een overstekende fietser en een (cement)vrachtwagen, bij een verkeerslichtinstallatie c.q. fietsoversteekplaats. Partijen discussiëren over gebondenheid aan rapport en conclusies van het op gezamenlijk verzoek ingeschakelde bureau, dat onderzoek deed naar toedracht en toepassing verkeersregels. Partijen discussiëren verder over aansprakelijkheid, eigen schuld en het schadevergoedingspercentage. De rechtbank oordeelt dat partijen wel gebonden zijn aan het rapport voor de toedracht, maar niet voor wat betreft de conclusies. Schadevergoedingspercentage wordt – na toepassing billijkheidscorrectie – op 100% gezet.
Verzoeker is op zijn scooter betrokken geweest bij twee ongevallen. Verzoeker stelt schade vanwege diverse (aanhoudende) klachten. Verweerster heeft causaliteit steeds betwist, ook omdat er sprake is van pre-existentie. De rechtbank neem geen causaliteit aan en dus ook geen schade. Wel nog betaling BGK.
Verzoeker heeft in maart 2021 letsel opgelopen bij een ongeval. Verweerder heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. 9 maanden na het ongeval is verzoeker overgestapt naar een nieuwe gemachtigde (Fides). Partijen hebben door middel van een akte van cessie aanspraken op vergoedingen van de buitengerechtelijke kosten overgeheveld naar Fides. Laatstgenoemde heeft hiermee een rechtstreeks vorderingsrecht op verweerder.
De schade van verzoeker is tussen partijen vastgesteld op € 14.000, -. De buitengerechtelijke kosten zijn niet volledig vergoed.