Rechtbank Noord-Nederland, 7 juli 2021 | |
Onduidelijkheid over toedracht ongeval tussen fietser en scooter: hebben zij elkaar geraakt, is er sprake van een schrikreactie of is er sprake van uitglijden? Vooralsnog geen aansprakelijkheid a.d.z.v. de scooter. | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoekster) verzoekt de rechtbank:
(1) voor recht te verklaren dat (verweerders) aansprakelijk zijn voor de gevolgen van het ongeval: |
(Verweerders) betwisten de betrokkenheid van bestuurder WA-verzekerde voertuig bij het ongeval. Het is aan (verzoekster) om die betrokkenheid (i.d.z.v. art. 185 WVW) te bewijzen.
Onafhankelijke getuige (C) heeft verklaard dat het niet druk was bij de rotonde en dat bestuurder WA-verzekerde voertuig rustig richting de rotonde reed. (Verzoekster) al ter hoogte van de grijze stenen/tegels is gevallen die – met name als ze nat zijn – spekglad zijn. Het regende tijdens het ongeval. (Verzoekster) reed overigens over de grijze stenen/tegels op de stoep, vanaf de verkeerde kant van de rotonde. (Verzoekster) was al in overtreding. Afwijzing van het verzoek: onduidelijk of contact / aanraking tussen (verzoekster) en bestuurder WA-verzekerde voertuig heeft plaatsgevonden, onduidelijk of bestuurder WA-verzekerde voertuig een actieve rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het ongeval. |
(2) de kosten van het deelgeschil te begroten en (verweerders) te veroordelen in deze kosten. | Verzoek: 15 uur x € 210,– x 21% BTW = € 3.811,50. Begroting conform verzoek: aantal uur is redelijk, uurtarief is niet bovenmatig. Geen aansprakelijkheid, geen veroordeling. |
Heldere uitspraak omtrent de toepasselijkheid van art. 185 WVW. De rechtbank meent dat nadere bewijslevering nodig is, waarbij (verzoekster), de bestuurder en (C) gehoord kunnen worden. (Verzoekster) lijkt met een bewijsprobleem te kampen, aangezien de verklaring van (C) nadelig is voor (verzoekster).