Fietser verleent geen voorrang aan automobilist: 50% aansprakelijk, geen billijkheidscorrectie

Rechtbank Den Haag, 24 augustus 2021
Aanrijding in de flank, nadat de fietser – (verzoeker) – geen voorrang verleent aan de automobilist. (verzoeker) meent dat de WA-verzekeraar van de auto de volledige schade (100%) moet betalen. De rechtbank wijst dit verzoek af.
Verzoek Rechtbank
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank om

(1) voor recht te verklaren dat (verweerder) 100% aansprakelijk is en de volledige schade van (verzoeker) moet betalen;

Art. 185 WVW is van toepassing, geen sprake van overmacht en dus is (Verweerder) gehouden ten minste 50% van de schade van (verzoeker) te vergoeden.
De rechtbank oordeelt dat er geen reden is om een ander percentage in acht te nemen. Het ongeval is in overwegende mate veroorzaakt door het handelen van (verzoeker) zelf:

  • (Verzoeker) verleent – ten onrechte – geen voorrang aan bestuurder van de auto. Er stonden haaientanden op de weg. (Verzoeker) kende de situatie goed.
  • (Verzoeker) reed met zijn elektrische fiets met een behoorlijke snelheid de kruising op. Onder meer een onafhankelijke getuige heeft dit waargenomen.
  • (Verzoeker) heeft een totaal verkeerde inschatting gemaakt: (verzoeker) dacht dat hij nog wel kon oversteken.

De fout aan de zijde van de bestuurder van de auto is dat deze persoon (verzoeker) pas zag toen hij voor zijn auto verscheen. Ook al reed de bestuurder op een voorrangsweg, hij of zij had rekening moeten houden met plotseling overstekend verkeer.
Geen aanleiding om het vergoedingspercentage aan te passen o.g.v. de billijkheidscorrectie. Mate van verwijtbaarheid en de schade zijn niet dusdanig groot dat een correctie gerechtvaardigd is.

(2) de kosten te begroten en (verweerder) te veroordelen in de kosten van het deelgeschil. Het verzoek = € 3.551,04 (13 uur x € 215,– x 5% kantoorkosten x 21% BTW).

Het uurtarief is niet onredelijk, met dien verstande dat de kantoorkosten worden geacht in het uurtarief te zijn verdisconteerd. Het aantal uur is ook redelijk. Begroting = € 3.381,95 (13 uur x € 215,– x 21% BTW).
Veroordeling conform de schadevergoedingsplicht: 50%. Geen reden om de kosten niet met 50% te verminderen.

Mooie, overzichtelijke uitspraak waarbij de stappen van 185 WVW worden gehanteerd. Het betreft hier opnieuw een beschikking waarbij er geen ruimte is voor toepassing van de billijkheidscorrectie. Geen ruimte is voor de gevorderde kantoorkosten.