Rechtbank Amsterdam, 31 maart 2022 | |
Verzoeker maakt bij het trainen voor een triatlon een duik in ondiep water en loopt daarbij ernstig letsel op. Hij stelt de gemeente aansprakelijk. | |
Verzoek | Rechtbank |
De rechtbank wordt verzocht:
1. voor recht te verklaren dat de gemeente aansprakelijk is, te bepalen dat verzoeker geen eigen schuld heeft en een voorschot van € 50.000,00 toe te kennen |
Anders dan door verzoeker is aangevoerd, is het betreffende water geen wildzwemplek. Er geldt zelfs een zwemverbod. Dat is weliswaar niet aangegeven en het is ook zo dat bij warm weer wel in het water wordt gezwommen en dat de gemeente daarvan op de hoogte is. Er wordt niet gewaarschuwd voor ondiep water. De rechtbank toets aan de hand van de kelderluikcriteria of de gemeente door dat niet te doen in strijd met de zorgplicht heeft gehandeld. Het gaat er uiteindelijk om of de gemeente rekening had moeten houden met een onoplettende of onvoorzichtige bezoeker die in het ondiepe water springt of duikt.
De rechtbank komt tot de conclusie dat dat niet het geval is, omdat aan de situatie kan worden afgeleid dat het om ondiep water gaat en het algemeen bekend is dat springen of duiken in ondiep water gevaarlijk is. Bovendien is het hoogteverschil tussen de kade en het water erg groot en zou ook bekend moeten zijn dat er dan heel diep water nodig is om veilig te kunnen duiken. |
2. verweerster te veroordelen tot betaling van de proceskosten (€ 10.382,25 inclusief griffierecht). | Het verzoek is niet volstrekt onnodig of onterecht ingesteld, dus de proceskosten worden wel begroot. Bij ontbreken van verweer worden de gestelde kosten redelijk geacht. Omdat aansprakelijkheid niet is komen vast te staan, wordt verweerster niet veroordeeld in de proceskosten. |