Rechtbank Noord-Holland, 23 juni 2022 | |
Verzoekster is van het paard van verweerster gevallen en heeft daarbij letsel opgelopen. Partijen (beiden particulier) hebben afgesproken dat verzoekster het paard van verweerster geheel voor eigen risico mocht berijden en verzorgen. De bewijslast van dat verweer lag bij verweerster en zij is erin geslaagd om deze stelling voldoende te onderbouwen. De risicoaansprakelijkheid tussen partijen is uitgesloten. | |
Verzoek | Rechtbank |
[verzoekster] verzoekt de rechtbank om bij beschikking, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat [verweerster 1] op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval dat [verzoekster] op 28 november 2015 is overkomen | (1) Geen aansprakelijkheid. Tussen partijen (twee particulieren) is de afspraak gemaakt dat verzoekster gedurende de ziekenhuisopname van verweerster in november 2015, geheel voor eigen risico het paard van verweerster 1 mocht berijden en verzorgen. Eventueel letsel en de gevolgen daarvan zouden voor rekening van verzoekster blijven. Voorafgaand aan het deelgeschil zijn er getuigen gehoord in een voorlopig getuigenverhoor. Verzoekster ontkent de afspraken, maar deze zijn weersproken door twee getuigen en ondersteunen de verklaring van verweerster. De aansprakelijkheid van verweerster voor schade door eigen energie van het partij is tussen partijen uitgesloten. |
(2) de kosten van deze deelgeschilprocedure te begroten op een bedrag van € 5.069,30 (…). | (2) 24,5 uur, uurtarief € 171,00 exclusief btw, urenomvang is niet bovenmatig, vermeerderd met € 314,00 griffierecht |
Twee particulieren zijn de uitsluiting van een risicoaansprakelijkheid overeengekomen. De rechtbank heeft deze afspraak in stand gelaten omdat er sprake was gelijkwaardige partijen (twee particulieren). Het is wellicht niet zo onredelijk dat de schade blijft bij degene die gratis een paard van een particulier leent…