Rechtbank Midden-Nederland, 2 december 2020 | |
Aanrijding van fietser met tractor, met ernstig (hersen)letsel als gevolg. De rechtbank weegt de omstandigheden alvorens men tot het oordeel komt dat een som van € 110.000,– op zijn plaats is. | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoekers) verzoeken de rechtbank:
(1) het smartengeld te begroten op € 125.000,– |
Vader en moeder (fietsers) worden geschept door een tractor. Vader is ter plaatse aan zijn verwondingen overleden, moeder wordt met ernstig (hersen)letsel overgebracht naar het ziekenhuis. Bij de begroting van het smartengeld moet de rechtbank rekening houden met alle omstandigheden van het geval, in het bijzonder (a) de aard/ernst van het letsel, (b) in vergelijkbare gevallen toegekende bedragen en (c) aard van de aansprakelijkheid:
Uiteindelijk komt de rechtbank tot een bedrag van € 110.000,–, met daarbij in acht genomen de volgende uitzonderlijke omstandigheden:
|
(2) de kosten te begroten en ABN Amro te veroordelen in de kosten. | Verzoek: 16 uur x € 280,- x 21% BTW = € 5.420,80. Begroting conform verzoek; het bedrag is passend met de aard van het deelgeschil. Aansprakelijkheid is erkend en dus volgt ook een veroordeling. |
Vreselijke zaak met ook de nodige impact voor verzoeksters, de dochters en de bewindvoerders van (moeder). De bijzondere omstandigheden rechtvaardigen een binnen de bandbreedte gegeven hoger bedrag voor het smartengeld.