Rapportage deskundige bindend, kosten Rb gematigd
Aansprakelijkheid bedrijfsongeval: werkgever aansprakelijk
Thuiszorgmedewerkster valt door vlieringvloer bij cliënt en stelt Thuiszorg aansprakelijk ex art. 7:658 BW. De kantonrechter oordeelt, anders dan Thuiszorg, dat de aansprakelijkheidsvraag zich leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure. Er is sprake van een patstelling, die voortzetting van de buitengerechtelijke onderhandelingen frustreert. Met het verzochte oordeel kan de impasse worden doorbroken. De kantonrechter acht de werkgever aansprakelijk. Door zorgvoorbereider was arbocheck gedaan, waarbij geen bijzonderheden werden gemeld. Dat Thuiszorg geen zeggenschap heeft over de inrichting van de werkplek en niet van alle mogelijke gevaren op de hoogte kan zijn, laat haar zorgplicht onverlet. BGK: ingediende nota redelijk + een uur a € 232,50 voor bijwonen zitting.
Buitengerechtelijke kosten na vaststellingsovereenkomst: geen deelgeschil
Geen deelgeschil i.d.z.v. art. 1019w Rv. De wetgever gaat heel nadrukkelijk uit van het nemen van een beslissing waarna partijen nader onderhandelen of zo nodig procederen over de resterende beslispunten (art. 1019bb Rv jo 1019cc Rv). In dit geval sloten partijen al een vaststellingsovereenkomst. Een beslissing op de in het verzoekschrift geformuleerde vordering van verzoekster om verweerder en Noordhollandsche te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten kan dus niet bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
Medisch onzorgvuldig handelen leidt tot deelgeschil over een aanvullend voorschot van €1.500.000
Ouders [minderjarige betrokkene] hebben EMC aansprakelijk gesteld voor medisch onzorgvuldig handelen. Uitgangspunt uit deelgeschilbeschikking van 14 december 2018 is dat EMC voor 50% van de schade aansprakelijk is. Ouders verzoeken een aanvullend voorschot aan [minderjarige] ter hoogte van € 1.500.000,00. De rechtbank oordeelt dat er op dit moment onvoldoende onderbouwing is voor de omvang van de schade, waardoor het aanvullend voorschot op dit moment niet toewijsbaar is.
Valpartij op een trap over een partij folders. Feiten zijn nog onduidelijk en dus volgt afwijzing van de verzoeken
Toen hij de trap afliep is verzoeker uitgegleden over een in plastic verpakte stapel folders. De postbezorger had de stapel daar klaarblijkelijk (net) neergelegd. Pas tijdens de mondelinge behandeling komt voor het eerst de stelling naar voren dat de verlichting in het trappenhuis het niet (goed) deed. Dat is volgens de kantonrechter een cruciaal onderwerp van deze kwestie, nader onderzoek is dus nodig waarvoor het deelgeschil zich niet leent.
Geen aansprakelijkheid voor schade na mishandeling…?
Tijdens carnaval heeft verweerder verzoeker op zijn kaak geslagen. Hij is daarom veroordeeld voor mishandeling. Verzoeker liep een hersenschudding op. Het herstel daarvan is langzaam verlopen. Verzoeker heeft gedurende ongeveer 4 maanden zijn werk niet kunnen doen. Zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering achtte hem (in die periode) voor 95% arbeidsongeschikt.
Verzoeker geen partij in BGK-discussie vanwege akte van cessie
Verzoeker heeft in maart 2021 letsel opgelopen bij een ongeval. Verweerder heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. 9 maanden na het ongeval is verzoeker overgestapt naar een nieuwe gemachtigde (Fides). Partijen hebben door middel van een akte van cessie aanspraken op vergoedingen van de buitengerechtelijke kosten overgeheveld naar Fides. Laatstgenoemde heeft hiermee een rechtstreeks vorderingsrecht op verweerder.
De schade van verzoeker is tussen partijen vastgesteld op € 14.000, -. De buitengerechtelijke kosten zijn niet volledig vergoed.
Betrokkenheid onbekende personenauto is vast komen te staan; veroordeling Waarborgfonds tot vergoeding van de schade
Op 21 december 2019 vond er een ongeval plaats in Den Haag, waarbij verzoeker met zijn scooter ten val kwam. De personenauto die (vermoedelijk) geen voorrang verleende zou na het ongeval zijn doorgereden. Verzoeker doet een beroep op de voorzieningen van het Waarborgfonds. Het Waarborgfonds neemt een afwijzend standpunt in, omdat van enige betrokkenheid van de personenauto niet is gebleken.
Aanrijding snorfietser vs voetgangers op donker fietspad; verdeling aansprakelijkheid 85/15% vanwege eigen schuld
Op 1 mei 2022 zijn verzoekers betrokken geraakt bij een verkeersongeval op een fietspad. Zij liepen naast elkaar aan de rechterzijde van het fietspad. Zij zijn van achteren aangereden door een snorfiets. De verzekeraar van de snorfiets is bereid om 50% van de schade te vergoeden. Het verzoek aan de rechtbank is om het vergoedingspercentage bij te stellen naar 100%. De rechtbank stelt het percentage bij naar 85% en laat 15% voor rekening komen van verzoekers.
Aanrijding snorfiets vs. voetganger: eigen schuld mogelijk na aanvankelijke aansprakelijkheidserkenning? Ja!?
Verzoeker is als voetganger door een snorfietser aangereden (hij liep op het fietspad, bij gebrek aan trottoir). Beide partijen hebben aan die aanrijding letsel overgehouden. Over de precieze toedracht wordt getwist. Verweerster heeft na een ongeval aansprakelijkheid erkend, waarbij geen voorbehoud is gemaakt voor eigen schuld. Bijna twee maanden later laat verweerster weten dat de verkeerde standaardbrief is gestuurd, en dat het standpunt is dat op grond van art. 185 WVW aansprakelijkheid wordt erkend, maar er sprake is van 50% eigen schuld.