Gerechtshof Den Haag 9 juli 2013 | |
Hoger beroep, louter vanwege de kostenveroordeling in een voor het overige afgewezen zaak. Het Hof meent dat appel voor de kosten niet mogelijk is. |
|
Verzoek | Hof |
De rechtbank had (zelfstandig) moeten onderzoeken of een veroordeling in de kosten bijdraagt aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. | Dit betoog faalt. Anders dan Allianz kennelijk meent, is het onderhavige verzoek om de kosten van het deelgeschil te begroten en om Allianz in die kosten te veroordelen in het kader van dit geding, naar het oordeel van het hof niet op te vatten als een zelfstandig verzoek aan de zijde van [verweerder], maar als een nevenverzoek. [verweerder] heeft immers (hoofdzakelijk) een verklaring voor recht verzocht ten aanzien van het causaal verband tussen het ongeval en de daardoor veroorzaakte schade, en daarbij tevens verzocht de kosten van het als bedoeld in art. 1019aa Rv. te begroten en Allianz daarin te veroordelen. |
De rechtbank heeft bovendien (terecht) geoordeeld dat een dispuut over de causaliteitsvraag op zich een deelgeschil betreft en dat een beslissing hierover in dit geval kon bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. De rechtbank was niet gehouden om daarnaast – apart – te toetsen of het (neven)verzoek van [verweerder] om Allianz te veroordelen in de kosten van het deelgeschil als zodanig kon bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. | |
Overigens is geen grief gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is van misbruik van (proces)recht aan de zijde van [verweerder] in het kader van het onderhavige verzoek, zodat dit verder niet ter discussie staat. |
Een originele poging om iets te doen tegen de onterechte veroordeling van kosten in deelgeschilzaken. In het midden kan blijvn of er hier werkelijk sprake is van een onterechte kostenveroordeling. Zo’n probleem was al eerder –bij het Hof Den Bosch– aan de orde, maar dan opgestart door de verzoeker in eerste instantie. Ook toen bood het Hof geen ruimte.
Het -in mijn ogen door de wetgever nog op te lossen- probleem in dit soort zaken is dat een foutieve beoordeling van die kosten alleen maar op erg ingewikkelde en kostbare wijze is recht te zetten. Bijvoorbeeld door een executie kort geding Of door de veroordeling maar gewoon voor lief te nemen omdat de strijd er tegen (veel) meer kosten dan het gewoon voldoen van de kosten, zoals in deze verjaarde zaak.Het probleem is dat bij dit soort afwijzingen, na een bodemprocedure best wel eens vast zou kunnn worden gesteld dat de schade nihil is en dat de redelijke kosten om die reden gematigd moeten worden. Dat kan pas goed beoordeeld worden ná zo’n procedure en een veroordeling in kosten voor een -kennelijk lichtvaardig in deelgeschil gebrachte zaak- zou in zo’n geval achterwege moeten blijven, zodat er alleen een begroting in kosten komt.