Na een frontale botsing tussen twee scooters oordeelt de rechtbank dat ZLM 80% aansprakelijk is. De eigen schuld van 20% bij verzoeker komt voort uit zijn positie op de weg. Volledige schadevergoeding wordt afgewezen, maar proceskosten worden volledig toegewezen vanwege het doel van het deelgeschil.
Na een ernstig fietsongeluk loopt verzoekster verschillende fracturen op en ernstig nierletsel, waardoor zij haar linkernier heeft moeten laten verwijderen. De rechtbank verhoogt het smartengeld van € 20.000 naar € 28.000. De rechter acht dit billijk gelet op het blijvend letsel, de impact op haar dagelijks leven en de maatschappelijke ontwikkeling richting hogere smartengeldbedragen.
De vader van verzoeker is op zijn fiets verongelukt na een aanrijding met een vrachtwagen. Er is discussie over de schadevergoedingsplicht; de verzekeraar vindt dat zij gehouden is 50% van de schade te betalen. Verzoeker verzoekt de rechtbank te bepalen dat verweerder 100% van de schade moet betalen.
De rechtbank oordeelt dat verweerder niet meer dan 50% van de schade hoeft te betalen. Verweerder wordt veroordeeld tot betaling van 50% van de buitengerechtelijke kosten en 100% van de kosten van het deelgeschil (volgens de rechtbank omdat het percentage eigen schuld nu juist de inzet is geweest van de deelgeschilprocedure).
Verkeersongeval tussen twee fietsers op een fietspad. De verzoekster liep ernstig letsel op nadat de verweerder zonder richting aan te geven naar links stuurde tijdens een inhaalmanoeuvre. De rechtbank oordeelde dat de verweerder aansprakelijk is, omdat zij artikel 18 RVV en artikel 5 WVW overtrad door niet achterom te kijken en geen voorrang te verlenen aan achteropkomend verkeer.
De zaak betreft een deelgeschil over de vergoeding van zorgschade na een verkeersongeval waarbij een minderjarige ernstig letsel opliep. De ouders claimen vergoeding voor verleende mantelzorg. De rechtbank kon de omvang van de schade niet begroten door een geschil over de uren en het uurtarief (huiswerkbegeleiding versus thuisonderwijs). Deskundige input is noodzakelijk.
De zaak betreft een verkeersongeval waarbij de verzoekster werd aangereden door een bestelbus op een fietsersoversteekplaats nabij een rotonde. De automobilist wisselde van de binnenbaan naar de buitenbaan om rechtdoor te gaan, ondanks de verplichte rijrichting naar links. 30 meter na de rotonde was een fietsersoversteekplaats, voorzien van haaientanden (voor de fietsers). Verzoekster was net begonnen met oversteken, omdat zij veronderstelde dat de bestelbus linksaf zou slaan. Er vond een aanrijding plaats ter hoogte van de oversteekplaats. Volgens de rechtbank maakte de automobilist een verkeersfout (wisselen van baan) die het ongeval in de hand werkte en achtte hem uiteindelijk volledig aansprakelijk voor de schade na een billijkheidscorrectie.
Beweegburo BV en haar verzekeraar Nationale Nederlanden NV zijn aansprakelijk voor een gymongeval waarbij een minderjarige een gebroken ruggenwervel opliep. Het ongeval vond plaats tijdens een gymles in 2021, toen de minderjarige een risicovolle sprong (handstand overslag) uitvoerde. De rechtbank oordeelde dat de gymdocent niet heeft voldaan aan de zorgplicht.
Deze zaak betreft een deelgeschil over zorgschade door verleende mantelzorg aan een minderjarig kind dat letsel opliep in een verkeersongeval. Het kind had ondersteuning nodig bij dagelijkse activiteiten en mogelijk huiswerkbegeleiding of thuisonderwijs na zijn herstel. Voor het uurtarief wordt aansluiting gezocht bij de handreiking zorgschade.
Verzoekster meldde zich in april bij een tandartsenpraktijk i.v.m. hevige pijn. Wat volgde was een wortelkanaalbehandeling. In juli volgde een hartoperatie, vanwege een bacteriële infectie. Verzoekster meent dat de tandarts hiervoor aansprakelijk is. De rechtbank komt tot de conclusie dat alleen de verklaring voor recht toewijsbaar is t.a.v. de onvoldoende medische anamnese
Frontale botsing van wielrenners met dodelijke afloop. Die frontale botsing is ontstaan doordat de ene wielrenner – verzekerde van Achmea – na het afronden van een inhaalactie over een losgeraakt stuk tyleenbuis van 55mm reed, gelanceerd werd en op de weghelft van de andere wielrenner terecht kwam. Dat handelen kan verzekerde van Achmea worden toegerekend.
Een wielrenner rijdt in een peloton over een verharde weg. Ter hoogte van het einde van de wegverbreding is hij met zijn fiets van de rijbaan in de naast gelegen berm gereden, tegen een andere wielrenner aangebotst en ten val gekomen. Uitgaande van de (niet vaststaande) gestelde toedracht van verzoeker, komt de rechtbank tot het oordeel dat, bij normale oplettendheid van de weggebruiker, de betreffende weg (inclusief berm) geen gevaar oplevert voor de weggebruiker.
Verweerster heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. De medische causaliteit staat ook vast. Partijen verschillen van mening over al dan niet betalen van een aanvullend voorschot op de door verzoekster geleden schade voortvloeiend uit het verlies aan verdienvermogen. De rechtbank komt op basis van de huidige bewijsstukken tot de conclusie dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een aanvullend voorschot te kunnen vaststellen. Verzoek wordt afgewezen.
Tijdens carnaval heeft verweerder verzoeker op zijn kaak geslagen. Hij is daarom veroordeeld voor mishandeling. Verzoeker liep een hersenschudding op. Het herstel daarvan is langzaam verlopen. Verzoeker heeft gedurende ongeveer 4 maanden zijn werk niet kunnen doen. Zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering achtte hem (in die periode) voor 95% arbeidsongeschikt.
Eiseres werkt bij verweerster (o.a. als medewerkster bezoekerscentrum). Eiseres is ten val gekomen toen zij bij het bezoekerscentrum heen en weer liep om circa 50 rugzakken naar buiten te verplaatsen. De rechtbank acht de Stichting niet aansprakelijk, omdat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht. De rechtbank begroot de kosten.