Bij het tillen van een deur op de dagbesteding zou letsel zijn ontstaan bij een cliënt. De cliënt acht de instelling voor dagbesteding aansprakelijk, primair op grond van 7:658 (lid 4) BW.
Verzoekster stelt dat zij tijdens de uitvoering van haar werkzaamheden als beveiliger is uitgegleden van een trap van een parkeergarage doordat er bladeren op de trap lagen. Door tegenstrijdige verklaringen van verzoekster dient er nader onderzoek plaats te vinden. Daarvoor is een deelgeschil niet geschikt en heeft de kantonrechter de vordering afgewezen.
In het nieuwe kantoorpand van de Staat – met nieuwe trappen – komt verzoekster (werknemer) ten val. De kantonrechter acht de Staat aansprakelijk voor de val van haar werknemer: zij had maatregelen moeten treffen om ongevallen op de trap te voorkomen.
Werknemer komt ten val toen hij uitgleed op een natte vloer. De kantonrechter oordeelt weliswaar dat de werkgever rekening houdt met de veiligheid van de werknemers, maar dat dit in het specifieke geval niet voldoende was.
Verzoeker stelt dat hij op 1 december 2019 tijdens zijn werkzaamheden van een bordestrap is gevallen, waardoor hij zijn pols heeft bezeerd. De kantonrechter acht de werkgever niet aansprakelijk, omdat zij voldaan heeft aan de zorgplicht. Kostenvergoeding niet passend.
Thuiszorgmedewerkster valt door vlieringvloer bij cliënt en stelt Thuiszorg aansprakelijk ex art. 7:658 BW. De kantonrechter oordeelt, anders dan Thuiszorg, dat de aansprakelijkheidsvraag zich leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure.