Piraterijslachtoffer krijgt aanvullend voorschot van €30.000,- toegekend; verzoek tot arbeidsdeskundig onderzoek leent zich niet meer voor beoordeling in deelgeschil

Verzoeker raakte gewond en werd gegijzeld door piraten tijdens zijn werk als zeevarende. De werkgever werd aansprakelijk gehouden. In dit deelgeschil vroeg verzoeker een aanvullend voorschot en een bevel tot arbeidsdeskundig onderzoek. De rechtbank wees het verzoek om een arbeidsdeskundig onderzoek af omdat het niet geschikt is voor een deelgeschilprocedure, mede gezien de complexiteit en de inmiddels lopende bodemprocedure. Wel werd een aanvullend voorschot van €30.000,- toegekend, omdat verzoeker nog steeds aanzienlijke loonschade lijdt.

Lees verderPiraterijslachtoffer krijgt aanvullend voorschot van €30.000,- toegekend; verzoek tot arbeidsdeskundig onderzoek leent zich niet meer voor beoordeling in deelgeschil

Werkgever aansprakelijk voor arbeidsongeval in Rotterdamse haven

Een uitzendkracht liep beenletsel op bij het lossen van zware vracht. De rechtbank oordeelt dat de werkgever onvoldoende veiligheidsmaatregelen haf getroffen. Zo was er o.a. sprake van een onveilige werkwijze, waren er onvoldoende maatregelen genomen om dergelijke ongevallen te voorkomen en was de werknemer onvoldoende geïnstrueerd. De rechtbank oordeelt dat de zorgplicht is geschonden.

Lees verderWerkgever aansprakelijk voor arbeidsongeval in Rotterdamse haven

Koerswijzigingen in de schadebehandeling leiden tot gedeeltelijke toewijzing van verzoeken. Ook langdurige onduidelijkheid over eigen schuld is onrechtmatig.

Op 1 januari 2021 werd de verzoekster op de fiets aangereden door een automobilist die onder invloed was van alcohol en drugs. De automobilist is na het ongeval doorgereden en later strafrechtelijk veroordeeld. De aansprakelijkheid voor het ongeval werd verzekerd door Nationale Nederlanden (NN), die aanvankelijk slechts 50% aansprakelijkheid erkende, onder voorbehoud van een mogelijke mate van eigen schuld bij verzoekster. Pas op 9 september 2022 erkende NN uiteindelijk volledige aansprakelijkheid. Inmiddels is duidelijk geworden dat verzoekster ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen en 24-uurszorg nodig heeft.

De oude woning van verzoekster bleek door haar fysieke beperkingen ongeschikt. In overleg met een deskundige (Totaalsupport) werd gezocht naar een nieuwe passende woning. In december 2023 werd de oude woning verkocht voor €205.000 (boven de eerdere taxatiewaarde van €195.000) en werd een nieuwe, geschikte woning aangekocht. De verkoop van de oude woning was voor NN aanleiding om verzoekster €70.000 te korten op de schadevergoeding. Volgens NN was de woning onder de marktwaarde verkocht.

Daarnaast betoogde de curator van verzoekster dat NN tijdens het gehele schadebehandeling meerdere keren onzorgvuldig, onrechtmatig en wispelturig handelde. Deze zogenoemde koerswijzigingen betroffen onder meer: het te lang vasthouden aan het standpunt van eigen schuld, het te laat accepteren van één gezamenlijke medisch adviseur, te late betalingen aan de advocaat van verzoekster, bespreking van schadeposten tijdens een bezoek aan betrokkene in het revalidatiecentrum, trage bevoorschotting van kosten voor woningaanpassing en onzorgvuldige communicatie en samenwerking met Totaalsupport.

De curator verzocht daarom de rechtbank in een deelgeschilprocedure om meerdere verklaringen voor recht en schadevergoedingen en €40.000 aan smartengeld wegens secundaire victimisatie.

De rechtbank oordeelde dat de schadeafhandeling van NN op twee punten onrechtmatig was:

  1. Het te lang vasthouden aan het eigen-schuld-standpunt, ondanks duidelijke toedracht uit het proces-verbaal van de politie dat op 29 november 2021 aan NN werd toegezonden.

  2. Het kortingsstandpunt van €70.000 vanwege de woningverkoop, dat NN uiteindelijk pas liet vallen na het indienen van het verzoekschrift.

Voor deze twee onrechtmatige gedragingen kende de rechtbank een bedrag van €1.000 aan smartengeld toe. De overige zes aangevoerde koerswijzigingen werden weliswaar als onhandig of traag, maar niet als onrechtmatig gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde wel dat er sprake was van secundaire victimisatie: extra psychische belasting en onzekerheid voor verzoekster door het schadeproces zelf.

Tot slot stelde de rechtbank de door de curator gemaakte kosten van de deelgeschilprocedure vast op €10.495 en veroordeelde NN tot betaling van dit bedrag, te voldoen binnen 14 dagen. Het verzoek werd grotendeels toegewezen en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Lees verderKoerswijzigingen in de schadebehandeling leiden tot gedeeltelijke toewijzing van verzoeken. Ook langdurige onduidelijkheid over eigen schuld is onrechtmatig.

Verzoeken beide partijen afgewezen; alleen (gedeeltelijke) toewijzing kosten boekhouder, registeraccountant en kosten deelgeschil

De zaak betreft een verkeersongeval op 1 juli 2021, waarbij verweerder letselschade heeft opgelopen. Allianz, de verzekeraar van de tegenpartij, heeft aansprakelijkheid erkend en voorschotten betaald. In het kader van de schadeafwikkeling is een deskundigenonderzoek uitgevoerd door neuroloog [naam 1], maar Allianz wil dat dit rapport niet als bindend uitgangspunt geldt.

De rechtbank overweegt dat het deskundigenrapport zorgvuldig tot stand is gekomen en geen zware gebreken vertoont. Daarom wijst de rechtbank het verzoek van Allianz af.

De benadeelde partij verzocht daarnaast om aanvullende voorschotten en vergoedingen voor juridische en administratieve kosten. De rechtbank wijst het verzoek om extra voorschotten af, omdat onvoldoende is aangetoond dat de betrokkene door het ongeval blijvend arbeidsongeschikt is. Wel worden deels de kosten voor de boekhouder en de registeraccountant toegewezen.

Lees verderVerzoeken beide partijen afgewezen; alleen (gedeeltelijke) toewijzing kosten boekhouder, registeraccountant en kosten deelgeschil

Bromfietser aansprakelijk voor schade van opzittende elektrische fiets

Het gaat hier om een ongeval op een voetpad, waar de fietser (verzoeker) gebruik van mocht maken en de bromfietser niet. De rechtbank komt tot de conclusie dat de bromfietser aansprakelijk is, behoudens eventueel later te bewijzen eigen schuld aan de zijde van de fietser.

Lees verderBromfietser aansprakelijk voor schade van opzittende elektrische fiets

Geen ruimte voor deelgeschil: onvoldoende bewijs letselschade en onduidelijke toedracht na verkeersongeval

Verzoekers vroegen in een deelgeschil om aansprakelijkheid van NN voor schade na een aanrijding. De rechtbank wees dit af: er is geen (resterende) schade door letsel en de toedracht van het ongeval is onduidelijk, waardoor nadere bewijslevering nodig is. Deelgeschil is daarom ongeschikt.

Lees verderGeen ruimte voor deelgeschil: onvoldoende bewijs letselschade en onduidelijke toedracht na verkeersongeval

Dat stewardess hete thee morste op schoot verzoeker staat niet vast; geen ruimte voor nadere bewijslevering in deelgeschillenprocedure

Verzoeker vloog op 21 mei 2022 met verweerster van Abu Dhabi naar Amsterdam. Hij stelt dat een stewardess vlak voor de landing een beker met hete thee over hem heeft laten vallen, waarbij hij tweedegraads brandwonden heeft opgelopen. De zaak leent zich niet voor een deelgeschil, omdat nadere bewijslevering nodig is naar (de toedracht van) het gestelde incident. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

Lees verderDat stewardess hete thee morste op schoot verzoeker staat niet vast; geen ruimte voor nadere bewijslevering in deelgeschillenprocedure

Werkgeversaansprakelijkheid: geen verzekering, wel aansprakelijk.

Een scooterkoerier raakte gewond bij een verkeersongeval tijdens zijn werk. Zijn voormalige werkgevers hadden geen verzekering afgesloten, wat zij op grond van goed werkgeverschap wel verplicht waren. De kantonrechter oordeelt dat de vennoten beiden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die de werknemer daardoor lijdt.

Lees verderWerkgeversaansprakelijkheid: geen verzekering, wel aansprakelijk.

Afwijzing van verzoek om aanvullend voorschot. Buitengerechtelijke kosten gedeeltelijk toegewezen.

Verzoeker is op 4 oktober 2021 betrokken geweest bij een ongeval waarbij een auto achterop zijn voertuig is gebotst, Baloise heeft aansprakelijkheid erkend. Verzoekster verzoekt een aanvullend voorschot van € 85.979,06 en een maandelijks voorschot van € 2.500,- vanaf 1 september 2024 totdat verzoeker in staat is om zijn carrière als it-er te starten. Baloise stelt dat verzoeker niet voldoende heeft onderbouwd dat sprake is van klachten en beperkingen als gevolg van het ongeval waardoor hij niet kan studeren of werken.

De rechtbank oordeelt dat er op dit moment niet over voldoende medische informatie wordt beschikt om een uitspraak te kunnen doen over de juridische causaliteit. Er ontbreekt informatie over de medische voorgeschiedenis. Dit is – mede – van belang omdat verzoeker 10 jaar geleden ook een ongeval heeft gehad. De rechtbank overweegt dat niet alleen op zijn woord kan worden aangenomen dat hij voor het ongeval geen klachten had. Gelet op het gebrek aan medische informatie kan de rechtbank een verzoek om een aanvullend  voorschot niet toewijzen. Daar komt bij dat Baloise heeft aangeboden de kosten van een multidisciplinair traject te betalen. De rechtbank adviseert verzoeker hier zo snel mogelijk mee te beginnen.

 

De buitengerechtelijke kosten worden toegewezen als gevorderd. Het verweer van Baloise dat een uurtarief van € 275,- per uur exclusief btw bovenmatig is, wordt verworpen. De rechtbank oordeelt dat gelet op de ervaring en de specialisatie van de advocaat, het gehanteerde uurtarief redelijk is.

Lees verderAfwijzing van verzoek om aanvullend voorschot. Buitengerechtelijke kosten gedeeltelijk toegewezen.

Kantonrechter is onbevoegd in zaak van mogelijk meer dan € 25.000,–

Verzoekster stelt dat verweerster nalatig heeft gehandeld, door een verkeerde uitslag van de NIPT-test te communiceren: negatief, terwijl de test positief was. Verzoekster meent dat verweerster aansprakelijk is voor de geleden schade van onbepaalde waarde. De zaak is echter aangebracht bij de sector kanton…

Lees verderKantonrechter is onbevoegd in zaak van mogelijk meer dan € 25.000,–

Matiging aantal uur deelgeschil gelet op geringe complexiteit van de zaak

Achteropaanrijding, personenbus vs. personenauto, waarbij erkenning aansprakelijkheid en betaling voorschotten lang op zich laat wachten, zonder nadere uitleg. Wat volgt is een deelgeschilprocedure. Toewijzing van alle verzoeken, met wel een matiging van het aantal uur kosten deelgeschil.

Lees verderMatiging aantal uur deelgeschil gelet op geringe complexiteit van de zaak

Kantonrechter niet bevoegd; verwijzing naar de gewone rechtbank

De kantonrechter heeft geoordeeld dat hij niet bevoegd is om de zaak van verzoeker tegen de verzekeraar te behandelen, omdat de waarde van het geschil hoger is dan € 25.000 en omdat het geen zaak is over een onderwerp dat altijd door een kantonrechter moet worden behandeld. De zaak valt daarom buiten de bevoegdheid van de kantonrechter en wordt verwezen naar het team Handel en Haven van de rechtbank Rotterdam.

Lees verderKantonrechter niet bevoegd; verwijzing naar de gewone rechtbank

Gedeelde aansprakelijkheid in verkeersongeval bij wegversmalling, beide partijen 50% aansprakelijk.

[Verzoekster] reed uit de richting van de Patersweg en had volgens de verkeersborden voorrang, terwijl [betrokkene] uit de tegenovergestelde richting kwam. De voertuigen botsten, waarbij [verzoekster] schade en lichamelijke klachten stelde. Rechtbank concludeert tot aansprakelijkheid en 50% eigen schuld.

Lees verderGedeelde aansprakelijkheid in verkeersongeval bij wegversmalling, beide partijen 50% aansprakelijk.

Beoordeling aansprakelijk niet mogelijk vanwege verschillende verklaringen toedracht; deelgeschillenprocedure leent zich hier niet voor

Verzoeker is op 29 september 2021 tijdens de uitoefening van zijn sjorwerkzaamheden voor ILS aan boord van een containerschip gewond geraakt aan zijn rechterknie. Verzoeker stelt ILS op grond van artikel 7:658 dan wel 6:170 BW aansprakelijk. De kantonrechter oordeelt dat de zaak zich niet leent voor een deelgeschil, omdat nadere bewijslevering nodig is naar de toedracht van het ongeval. Het verzoek wordt afgewezen; de kosten worden wel begroot.

Lees verderBeoordeling aansprakelijk niet mogelijk vanwege verschillende verklaringen toedracht; deelgeschillenprocedure leent zich hier niet voor

Eigen schuld 50% bij aanrijding tussen wielrenner (door rood en hard rijdend) en auto

Verzoeker is op zijn racefiets tegen een afslaande auto aangereden. Daarbij heeft hij letsel opgelopen, waarvoor hij de automobilist aansprakelijk heeft gesteld.

Bij een eerder getuigenverhoor is gebleken dat de automobilist in elk geval langs een groen verkeerslicht reed. Daardoor zijn vermoedens ontstaan dat verzoeker door rood reed, hoewel hij zelf aangeeft dat het nog groen was.

Lees verderEigen schuld 50% bij aanrijding tussen wielrenner (door rood en hard rijdend) en auto

twijfels over authenticiteit..Onvoldoende grond voor verzekeraar om terug te komen op erkenning aansprakelijkheid,

Na eerdere erkenning van de aansprakelijkheid wenst HDI daar – 3 jaar later – op terug te komen. Na inschakeling ongevallenanalist meent HDI dat verzoeker niet heeft aangetoond dat er sprake is geweest van een authentieke aanrijding. De rechtbank oordeelt dat HDI bewijs moet leveren dat er geen sprake is van een authentieke aanrijding en dat HDI daarin niet geslaagd is.

Lees verdertwijfels over authenticiteit..Onvoldoende grond voor verzekeraar om terug te komen op erkenning aansprakelijkheid,

Op gevaarlijke wijze omgaan met een verboden BB-gun levert hoofdelijke aansprakelijkheid op voor zowel eigenaar als gebruiker

In de slaapkamer van verweerster 2 vond een incident plaats met een BB-gun (een luchtdrukwapen dat kleine metalen balletjes als munitie gebruikt). Verzoekster haalde de BB-gun uit de zak van een jasje dat op het kledingrek hing. De BB-gun was van verweerster 1 die tijdens het incident niet thuis was. Verweerster 2 pakte de BB-gun en op enig moment daarna is deze afgegaan. Het metalen kogeltje is in het linkeroog van verzoekster gekomen en zij is hierdoor blind geraakt aan haar linkeroog.
Verweerster 2 is strafrechtelijk vervolgd. In hoger beroep kon het hof niet vaststellen of, en zo ja, welke handelingen door de verdachte zijn verricht waardoor de BB-gun is afgegaan. Verweerster 2 wordt vrijgesproken van zwaar lichamelijk letsel door schuld. Verweerster 2 wordt wel veroordeeld voor handelen in strijd met artikel 13 lid 1 Wet wapens en munitie, vanwege het voorhanden hebben van het verboden wapen.
In deze deelgeschilprocedure wordt door de rechtbank de vraag beantwoord of verweerster 1 en verweerster 2 ieder hoofdelijk aansprakelijk gehouden kunnen worden voor de schade van verzoekster.

 

 

Lees verderOp gevaarlijke wijze omgaan met een verboden BB-gun levert hoofdelijke aansprakelijkheid op voor zowel eigenaar als gebruiker

Juridisch causaal verband ten aanzien van nek, schouder en hoofdpijnklachten

Achteropaanrijding uit oktober ‘19, met nadien niet-objectiveerbare klachten aan de zijde van verzoeker: een 60 jarige man, zelfstandige, schilder. Verzoeker brengt de volgende klachten naar voren: nek, schouder, hoofdpijn en onderrug. De rechtbank komt tot een juridisch causaal verband, met uitzondering van de gestelde onderrugklachten.

Lees verderJuridisch causaal verband ten aanzien van nek, schouder en hoofdpijnklachten

Onvoldoende bewijs voor gesteld arbeidsongeval: werkgever niet aansprakelijk

Verzoeker – werknemer van verweerder – stelt dat een doos met een warmtepomp erin tegen zijn hoofd is gevallen tijdens het lossen van de vrachtwagen bij een klant. Ondanks een eerder getuigenverhoor slaagt de werknemer er niet in om aan te tonen dat hij schade heeft geleden tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden.

Lees verderOnvoldoende bewijs voor gesteld arbeidsongeval: werkgever niet aansprakelijk

Inhalend vs. afslaand verkeer. Inhalende voertuig aansprakelijk, wel eigen schuld.

Voorrangskwestie: verzoeker (die linksaf sloeg om een inrit in te rijden) verzoekt verklaring voor recht dat verweerder (die verzoeker inhaalde) aansprakelijk is voor zijn schade. De rechtbank oordeelt dat verweerder aansprakelijk is. Na billijkheidscorrectie 25% eigen schuld aan de zijde van verzoeker.

Lees verderInhalend vs. afslaand verkeer. Inhalende voertuig aansprakelijk, wel eigen schuld.

Geen reden voor aanvullend voorschot vanwege onduidelijkheid over causaal verband en omvang schade.

Verzoekster is op 12 juni 2014 betrokken geweest bij een achteropaanrijding en stelt als gevolg daarvan arbeidsongeschikt te zijn. Crawford heeft de aansprakelijkheid voor het ontstaan van het ongeval erkend.

Het geschil ziet op het bestaan van een causaal verband tussen de gestelde klachten en het ongeval en de vraag of een aanvullend voorschot redelijk is. De rechtbank wijst het verzoek af.

 

Lees verderGeen reden voor aanvullend voorschot vanwege onduidelijkheid over causaal verband en omvang schade.