Op 1 januari 2021 werd de verzoekster op de fiets aangereden door een automobilist die onder invloed was van alcohol en drugs. De automobilist is na het ongeval doorgereden en later strafrechtelijk veroordeeld. De aansprakelijkheid voor het ongeval werd verzekerd door Nationale Nederlanden (NN), die aanvankelijk slechts 50% aansprakelijkheid erkende, onder voorbehoud van een mogelijke mate van eigen schuld bij verzoekster. Pas op 9 september 2022 erkende NN uiteindelijk volledige aansprakelijkheid. Inmiddels is duidelijk geworden dat verzoekster ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen en 24-uurszorg nodig heeft.
De oude woning van verzoekster bleek door haar fysieke beperkingen ongeschikt. In overleg met een deskundige (Totaalsupport) werd gezocht naar een nieuwe passende woning. In december 2023 werd de oude woning verkocht voor €205.000 (boven de eerdere taxatiewaarde van €195.000) en werd een nieuwe, geschikte woning aangekocht. De verkoop van de oude woning was voor NN aanleiding om verzoekster €70.000 te korten op de schadevergoeding. Volgens NN was de woning onder de marktwaarde verkocht.
Daarnaast betoogde de curator van verzoekster dat NN tijdens het gehele schadebehandeling meerdere keren onzorgvuldig, onrechtmatig en wispelturig handelde. Deze zogenoemde koerswijzigingen betroffen onder meer: het te lang vasthouden aan het standpunt van eigen schuld, het te laat accepteren van één gezamenlijke medisch adviseur, te late betalingen aan de advocaat van verzoekster, bespreking van schadeposten tijdens een bezoek aan betrokkene in het revalidatiecentrum, trage bevoorschotting van kosten voor woningaanpassing en onzorgvuldige communicatie en samenwerking met Totaalsupport.
De curator verzocht daarom de rechtbank in een deelgeschilprocedure om meerdere verklaringen voor recht en schadevergoedingen en €40.000 aan smartengeld wegens secundaire victimisatie.
De rechtbank oordeelde dat de schadeafhandeling van NN op twee punten onrechtmatig was:
-
Het te lang vasthouden aan het eigen-schuld-standpunt, ondanks duidelijke toedracht uit het proces-verbaal van de politie dat op 29 november 2021 aan NN werd toegezonden.
-
Het kortingsstandpunt van €70.000 vanwege de woningverkoop, dat NN uiteindelijk pas liet vallen na het indienen van het verzoekschrift.
Voor deze twee onrechtmatige gedragingen kende de rechtbank een bedrag van €1.000 aan smartengeld toe. De overige zes aangevoerde koerswijzigingen werden weliswaar als onhandig of traag, maar niet als onrechtmatig gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde wel dat er sprake was van secundaire victimisatie: extra psychische belasting en onzekerheid voor verzoekster door het schadeproces zelf.
Tot slot stelde de rechtbank de door de curator gemaakte kosten van de deelgeschilprocedure vast op €10.495 en veroordeelde NN tot betaling van dit bedrag, te voldoen binnen 14 dagen. Het verzoek werd grotendeels toegewezen en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.