Categorie 6:162 BW

Nadere bewijslevering noodzakelijk; deelgeschilprocedure leent zich daar niet voor

Meisje van 15 jaar is met haar elektrische fiets gevallen. Verzoekers stellen dat hun dochter is gelanceerd over een op de openbare weg geplaatste kabelgoot. De verhuurder van de kabelgoot heeft deze alleen geleverd. Zij heeft niet onrechtmatig gehandeld. De andere gedaagden betwisten de door verzoekers gestelde toedracht. Pas als die komt vast te staan kan worden beoordeeld of gedaagden in strijd hebben gehandeld met een zorgvuldigheidsverplichting. Eerst als aansprakelijkheid kan worden aangenomen, kan het eigen schuld verweer worden beoordeeld. Verzoek leent zich niet voor behandeling in deze procedure.

Feitelijke toedracht staat niet vast. Voor bewijslevering is in deelgeschilprocedure geen plaats, dus afwijzing verzoek.

Het betreft hier een kop-staart botsing waarbij de feitelijke toedracht (nog) niet vaststaat. Het verzoek wordt daarom afgewezen en er vindt ook geen kostenbegroting plaats. Verzoekster had in redelijkheid kunnen voorzien dat het zou aankomen op bewijslevering, waarvoor in een deelgeschilprocedure naar haar aard in beginsel geen plaats is, zo ook in dit geval. Een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor had meer in de rede gelegen.  

Val van fietser bij einde wegverbreding leidt niet tot aansprakelijkheid gemeente; geen gebrekkige weg

Een wielrenner rijdt in een peloton over een verharde weg. Ter hoogte van het einde van de wegverbreding is hij met zijn fiets van de rijbaan in de naast gelegen berm gereden, tegen een andere wielrenner aangebotst en ten val gekomen. Uitgaande van de (niet vaststaande) gestelde toedracht van verzoeker, komt de rechtbank tot het oordeel dat, bij normale oplettendheid van de weggebruiker, de betreffende weg (inclusief berm) geen gevaar oplevert voor de weggebruiker.