Op zondag 23 februari 2020 vindt er een eenzijdig ongeval plaats, waarbij eiser (als bestuurder van een personenauto) letsel oploopt. Eiser stelt de provincie als wegbeheerder aansprakelijk op grond van artikel 6:174 en/of artikel 6:162 BW, omdat de weg niet voldeed aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden en sprake was van een gevaarzettende situatie, zonder dat de provincie daar maatregelen voor had genomen. Er lag namelijk een grote plas water op de weg door hevige regenval en door een natuurlijke verlaging in de weg stroomde al het water naar dit punt.
Om de vraag te beantwoorden of de weg gebrekkig is ingericht, is nadere bewijslevering nodig.
Verzoekster komt ten val in een babywinkel, nadat zij een stap op een metalen plaat had gezet. De metalen plaat – aangebracht om hoogteverschil te overbruggen – zou zijn doorgebogen, waarna zij uit balans was geraakt. De rechtbank wijst aansprakelijkheid aan de zijde van de babywinkel af: geen gebrekkige opstal (ex art. 6:174 BW), geen gevaarzetting (ex art. 6:162 BW).
Verzoekster is in een winkel van Albert Heijn gestruikeld over een droogloopmat. In deelgeschil is de vraag aan de orde of Albert Heijn aansprakelijk is voor de schade. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is, omdat de val niet veroorzaakt is door de mat zelf, maar de handelswijze en het gedrag van een voorbijlopende klant die de mat met haar voet kort heeft doen omhoog krullen.
Tijdens het winkelen bij de Action heeft verzoeker letsel opgelopen. Verzoeker zat gehurkt op de grond voor een schap. Een andere klant, die onbekend is gebleven, pakte boven het hoofd van verzoeker een Boedhabeeld van 4,5 kilo uit het bovenste schap. De klant liet het beeld uit zijn handen glippen en het beeld viel precies op het hoofd van verzoeker. De rechtbank stelt dat dit – in tegenstelling tot hetgeen verzoeker stelt – geen sprake is van gevaarzettend handelen door Action. Zij spreekt van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Meisje van 15 jaar is met haar elektrische fiets gevallen. Verzoekers stellen dat hun dochter is gelanceerd over een op de openbare weg geplaatste kabelgoot. De verhuurder van de kabelgoot heeft deze alleen geleverd. Zij heeft niet onrechtmatig gehandeld. De andere gedaagden betwisten de door verzoekers gestelde toedracht. Pas als die komt vast te staan kan worden beoordeeld of gedaagden in strijd hebben gehandeld met een zorgvuldigheidsverplichting. Eerst als aansprakelijkheid kan worden aangenomen, kan het eigen schuld verweer worden beoordeeld. Verzoek leent zich niet voor behandeling in deze procedure.
Verzoeker neemt een duik in het ondiepe water van een meer in een natuurgebied. Hij loopt hierbij een hoge dwarslaesie op, waardoor hij blijvend rolstoel gebonden is. De rechtbank is van oordeel dat het Landschap haar zorgplicht heeft geschonden door geen waarschuwingsborden voor het ondiepe water te plaatsen.